Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. miroir:
  2. Miroir:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor miroir (Frans) in het Zweeds

miroir:

miroir [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le miroir (psyché; glace de toilette; glace)
    spegel
    • spegel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor miroir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spegel glace; glace de toilette; miroir; psyché glace; mirroir

Synoniemen voor "miroir":


Wiktionary: miroir

miroir
noun
  1. glace de verre ou de cristal étamer de petite taille, ou métal poli, où l’on peut regarder son image réfléchir.

Cross Translation:
FromToVia
miroir spegel mirror — smooth reflecting surface
miroir spegel Spiegel — polierte Glas- oder Metallfläche, die Lichtstrahlen reflektiert

Miroir:

Miroir

  1. Miroir

Vertaal Matrix voor Miroir:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Spegelvänd Miroir

Verwante vertalingen van miroir