Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ceinture:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ceinture (Frans) in het Zweeds

ceinture:

ceinture [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ceinture (cordon; ceinturon)
    skärp
    • skärp [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. la ceinture (courroie; sangle)
    höfthållare; gördel
  3. la ceinture (ceinturon)
    bälte; skärp; gördel
    • bälte [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skärp [-ett] zelfstandig naamwoord
    • gördel [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la ceinture (lisière; laisse)
    tygel
    • tygel [-en] zelfstandig naamwoord
  5. la ceinture
    bälte; skärp
    • bälte [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skärp [-ett] zelfstandig naamwoord
  6. la ceinture (petit disgue)
    singel; singelskiva

Vertaal Matrix voor ceinture:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bälte ceinture; ceinturon
gördel ceinture; ceinturon; courroie; sangle
höfthållare ceinture; courroie; sangle
singel ceinture; petit disgue gravier
singelskiva ceinture; petit disgue
skärp ceinture; ceinturon; cordon harnais de sécurité; écharpe
tygel ceinture; laisse; lisière bride

Synoniemen voor "ceinture":


Wiktionary: ceinture

ceinture
noun
  1. Ruban dont on se ceint le milieu du corps

Cross Translation:
FromToVia
ceinture gördel; bälte belt — band worn around the waist
ceinture säkerhetsbälte; bälte Gurt — aus einem breiten Band bestehende Sicherungsvorrichtung
ceinture bälte; skärp GürtelKleidung: ein um den Körper getragenes Band, das zum Zusammenhalt von Kleidung dient
ceinture bälte GürtelGeografie, Astronomie: gürtelförmige, streifenartige Zone

ceinturé:


Synoniemen voor "ceinturé":

  • entouré; bordé; environné

Verwante vertalingen van ceinture