Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor personnel (Frans) in het Zweeds

personnel:

personnel bijvoeglijk naamwoord

  1. personnel (subjectif; subjectivement)
    personligt; privat
  2. personnel (privé; en privé; personnellement)
    personlig; personligt
  3. personnel (subjectif)
    individuell; personligt; individuellt

personnel [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le personnel (employés; cadre; forces de travail; main-d'oeuvre)
    personal; besättning
  2. le personnel (employés; service)
    anställda; personal; arbetare
  3. le personnel (direction; service; conduite; )
    styrning
  4. le personnel
    personal

Vertaal Matrix voor personnel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anställda employés; personnel; service
arbetare employés; personnel; service employé; ouvrier; ouvriers; salarié; travailleur; travailleurs
besättning cadre; employés; forces de travail; main-d'oeuvre; personnel armées; cheptel; hommes; personnel navigant; troupes; équipage
personal cadre; employés; forces de travail; main-d'oeuvre; personnel; service
styrning administration; conduite; direction; employés; navigation; personnel; pilotage; service
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
individuell personnel; subjectif individuel; particulier
individuellt personnel; subjectif individuel; particulier
personlig en privé; personnel; personnellement; privé
personligt en privé; personnel; personnellement; privé; subjectif; subjectivement
privat personnel; subjectif; subjectivement confidentiel; confidentiellement; en confidence; intime; intimement; privé

Synoniemen voor "personnel":


Wiktionary: personnel

personnel
adjective
  1. Qui est propre et particulier à chaque personne.

Cross Translation:
FromToVia
personnel arbetsstyrka Belegschaft — Gesamtheit der Arbeitnehmer in einem Betrieb/Unternehmen
personnel personal Personal — Belegschaft eines Geschäfts/einer Firma
personnel personlig persönlichmeist attributiv: von einer Person (direkt) stammend
personnel personlig persönlichmeist als Adverb, attributiv, keine Steigerung: in eigener Person
personnel personlig persönlich — nur die eigene Person betreffend, nicht für Fremde bestimmt
personnel personlig personal — of or pertaining to a particular person
personnel privat private — intended only for one's own use
personnel personal staff — employees of a business

Personnel:

Personnel

  1. Personnel

Personnel bijvoeglijk naamwoord

  1. Personnel (Famille et amis)

Vertaal Matrix voor Personnel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Personlig Famille et amis; Personnel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hem Personnel Accueil; Domicile
Vänner och familj Famille et amis; Personnel

Verwante vertalingen van personnel