Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pagaie:
  2. pagaïe:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pagaie (Frans) in het Zweeds

pagaie:

pagaie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pagaie (rame)
    paddla
    • paddla [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pagaie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paddla pagaie; rame
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paddla barboter; faire du canoë; faire trempette; pagayer; patauger; ramer

Synoniemen voor "pagaie":


Wiktionary: pagaie


Cross Translation:
FromToVia
pagaie paddel paddle — two-handed, single-bladed oar
pagaie paddel paddle — double-bladed oar used for kayaking

pagaïe:

pagaïe [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la pagaïe (chaos; embrouillage; désordre; )
    förvirring; kaos; oreda
    • förvirring [-en] zelfstandig naamwoord
    • kaos [-ett] zelfstandig naamwoord
    • oreda [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la pagaïe (saleté; pourriture; bordel; )
    röra; oreda
    • röra [-en] zelfstandig naamwoord
    • oreda [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pagaïe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvirring bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; grand bruit; perplexité; tapage; ébahissement; égarement; état trouble
kaos bordel; chaos; chienlit; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble
oreda bibine; bordel; chaos; charogne; chienlit; cochonnerie; confusion; désordre; embrouillage; pagaille; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté affolement; ahurissement; anarchie; chamailleries; chaos; confusion; déconcertation; désordre; embrouillement; engueulades; fourrage; négligence; pagaille; querelles; trouble; tumulte; égarement
röra bibine; bordel; charogne; cochonnerie; pagaïe; pagaïlle; piquette; pourriture; rinçure; saleté amalgame; barbouillage; bataclan; bazar; bordel; bousillage; bric-à-brac; brouillon; chahut; chinoiseries; cochonnerie; cumul; désordre; encombrement; entassement; fouillis; fourbi; fourrage; foutoir; gribouillage; mélange; méli-mélo; pagaille; pot-au-feu; pot-pourri; pêle-mêle; rabâchage; ramassis; rassemblement; salade; saletés; tas; tas de décombres; tripotage; troupe; vêtements de rebut
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röra actionner; activer; agiter; aller; atteindre; attiser; bouger; compatir; concerner; effleurer; exciter à; frôler; intéresser; marquer d'un point; mixer; mélanger; partir; regarder; remuer; s'agir de; s'intéresser; se déplacer; se mouvoir; se rapporter à; se rendre à; toquer; toucher; toucher légèrement; toucher quelque chose; toucher un moment; toucher à peine à; émouvoir