Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: urine

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: urine

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

urine:
- piss; urin; kissa
uriner:
- kissa
Wiktionary:
- urine → urin, piss
- uriner → urinera
- uriner → urinera, kissa, pissa, pinka

Frans

Uitgebreide vertaling voor urine (Frans) in het Zweeds

urine:

urine [la ~] zelfstandig naamwoord

l'urine (pisse)
piss; urin
- piss [-ett] zelfstandig naamwoord
- urin [-en] zelfstandig naamwoord
l'urine (pipi)
kissa
- kissa [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor urine:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kissa	pipi; urine
piss	pisse; urine
urin	pisse; urine
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kissa		faire pipi; pisser; uriner

Synoniemen voor "urine":

miction; urée

Wiktionary: urine

Cross Translation:

From	To	Via
• urine	→ urin	↔ urine — een vloeistof die bij dieren door de nieren wordt geproduceerd en periodiek wordt geloosd
• urine	→ urin	↔ Urin — flüssige Ausscheidung der Blase beziehungsweise der Nieren bei Menschen und verwandten Säugetieren
• urine	→ piss	↔ piss — urine
• urine	→ urin	↔ urine — liquid excrement

urine vorm van uriner:

uriner werkwoord (urine, urines, urinons, urinez, urinent, urinais, urinait, urinions, uriniez, urinaient, urinai, urinas, urina, urinâmes, urinâtes, urinèrent, urinerai, urineras, urinera, urinerons, urinerez, urineront)

uriner (faire pipi; pisser)
kissa
- kissa werkwoord (kissar, kissade, kissat)

Conjugations for uriner:

Présent

urine
urines
urine
urinons
urinez
urinent

imparfait

urinais
urinais
urinait
urinions
uriniez
urinaient

passé simple

urinai
urinas
urina
urinâmes
urinâtes
urinèrent

futur simple

urinerai
urineras
urinera
urinerons
urinerez
urineront

subjonctif présent

que j'urine
que tu urines
qu'il urine
que nous urinions
que vous uriniez
qu'ils urinent

conditionnel présent

urinerais
urinerais
urinerait
urinerions
urineriez
urineraient

passé composé

ai uriné
as uriné
a uriné
avons uriné
avez uriné
ont uriné

divers

urine!
urinez!
urinons!
uriné
urinant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor uriner:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kissa		pipi; urine
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kissa	faire pipi; pisser; uriner

Wiktionary: uriner

uriner

verb

évacuer de l’urine.
- uriner → urinera

Cross Translation:

From	To	Via
• uriner	→ urinera	↔ urineren — het legen van de blaas
• uriner	→ kissa; pissa; pinka	↔ pee — to urinate
• uriner	→ urinera	↔ urinate — to pass urine from the body
• uriner	→ urinera	↔ urinieren — (intransitiv) Urin ausscheiden; Harn, Wasser lassen

Computer vertaling door derden: