Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: mur

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: mur

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

mur:
- mur; fästningsmur; trämur; vägg
muré:
- fastkedjad tillsammans; fastkedjat tillsammans
mûr:
- färdigutvecklad; färdigutvecklat; moget; vuxet; vuxen; mogen
Wiktionary:
- mur → mur
- mur → vägg, mur, vall
- mûr → fullvuxen, vuxen, mogen
- mûr → mogen

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

mur:
- mur; muraille; clôture; cloison; paroi
Wiktionary:
- mur → mur
- mur → paroi, muraille, mur, murs, remparts

Frans

Uitgebreide vertaling voor mur (Frans) in het Zweeds

mur:

mur [le ~] zelfstandig naamwoord

le mur (muraille; clôture)
mur; fästningsmur; trämur
- mur [-en] zelfstandig naamwoord
- fästningsmur [-en] zelfstandig naamwoord
- trämur zelfstandig naamwoord
le mur (cloison; paroi)
vägg; mur
- vägg [-en] zelfstandig naamwoord
- mur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fästningsmur	clôture; mur; muraille
mur	cloison; clôture; mur; muraille; paroi
trämur	clôture; mur; muraille
vägg	cloison; mur; paroi	enceinte; muraille

Synoniemen voor "mur":

barrière; clôture; fermeture; barrage; palissade; haie; borne; obstacle; fossé; séparation; grille; parapet; balustrade; cloison; falaise; escarpement; muraille; paroi; muret; murette; rempart; fortification; Afrique

Wiktionary: mur

mur

noun

Ouvrage de maçonnerie.
- mur → mur

Cross Translation:

From	To	Via
• mur	→ vägg; mur	↔ muur — verticale vlakke constructie van steen
• mur	→ vägg; mur	↔ Mauer — Wand eines Gebäudes aus Stein, Beton oder auch Lehm
• mur	→ mur	↔ Mauer — Bauwerk in Form einer freistehenden Wand (manchmal mit einem Gang darin)
• mur	→ vägg	↔ Wand — ein senkrecht stehendes Bauteil, das eine Fläche horizontal begrenzt, besonders die nach innen gewandte Fläche
• mur	→ vall	↔ wall — defensive rampart built up of earth, stone etc.
• mur	→ vägg	↔ wall — permanent, substantial side or division in a building

muré:

muré bijvoeglijk naamwoord

muré (maçonné; scellé)
fastkedjad tillsammans; fastkedjat tillsammans
- fastkedjad tillsammans bijvoeglijk naamwoord
- fastkedjat tillsammans bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor muré:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fastkedjad tillsammans	maçonné; muré; scellé
fastkedjat tillsammans	maçonné; muré; scellé

Synoniemen voor "muré":

emmuré; emprisonné

mûr:

mûr bijvoeglijk naamwoord

mûr (maturé)
färdigutvecklad; färdigutvecklat; moget; vuxet; vuxen
- färdigutvecklad bijvoeglijk naamwoord
- färdigutvecklat bijvoeglijk naamwoord
- moget bijvoeglijk naamwoord
- vuxet bijvoeglijk naamwoord
- vuxen bijvoeglijk naamwoord
mûr (adulte; mature; formé)
vuxet; mogen
- vuxet bijvoeglijk naamwoord
- mogen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mûr:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vuxen		Jeunes adultes; M; adulte; majeur
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
färdigutvecklad	maturé; mûr
färdigutvecklat	maturé; mûr
mogen	adulte; formé; mature; mûr	de conserve; demi-étuvé; rassis; reposé
moget	maturé; mûr	de conserve; demi-étuvé; rassis; reposé
vuxen	maturé; mûr	conscient; d'adolescent; pubertaire; qui défend son bon droit; qui ne se laisse pas faire; sûr
vuxet	adulte; formé; mature; maturé; mûr

Synoniemen voor "mûr":

adulte; majeur; accompli; formé; responsable; sérieux; grande personne; fait; réalisé; créé; bâti; construit; fondé; prêt; pondéré; réfléchi

Wiktionary: mûr

mûr

adjective

Qui a atteint son plein développement. (Sens général).
- mûr → fullvuxen; vuxen; mogen

Cross Translation:

From	To	Via
• mûr	→ mogen	↔ mature — fully developed
• mûr	→ mogen	↔ mature — profound; careful
• mûr	→ mogen	↔ ripe — ready for reaping or gathering, of fruits and seeds
• mûr	→ mogen	↔ rijp — tot volwassenheid gekomen zijnde

Verwante vertalingen van mur

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor mur (Zweeds) in het Frans

mur:

mur [-en] zelfstandig naamwoord

mur (trämur; fästningsmur)
le mur; la muraille; la clôture
- mur [le ~] zelfstandig naamwoord
- muraille [la ~] zelfstandig naamwoord
- clôture [la ~] zelfstandig naamwoord
mur (vägg)
la cloison; le mur; la paroi
- cloison [la ~] zelfstandig naamwoord
- mur [le ~] zelfstandig naamwoord
- paroi [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cloison	mur; vägg	avdelande vägg; mellanvägg; skiljemur; skiljevägg
clôture	fästningsmur; mur; trämur	avslutande; avslutning; avspärrning; barrikad; gallerverk; inhägnande; skogbevuxen flodsida; skärm; slut; slutbetraktelser; spaljé; staket; stängande; stängsel
mur	fästningsmur; mur; trämur; vägg
muraille	fästningsmur; mur; trämur	vägg
paroi	mur; vägg	benägenhet; bergssida; böjelse; håg; mellanvägg; skiljemur; skiljevägg; stenansikte

Synoniemen voor "mur":

barriär

Wiktionary: mur

mur

noun

Ouvrage de maçonnerie.
- mur → mur

Cross Translation:

From	To	Via
• mur	→ paroi; muraille; mur	↔ muur — verticale vlakke constructie van steen
• mur	→ mur	↔ Mauer — Bauwerk in Form einer freistehenden Wand (manchmal mit einem Gang darin)
• mur	→ mur	↔ Mauer — Wand eines Gebäudes aus Stein, Beton oder auch Lehm
• mur	→ murs; remparts	↔ wall — structure built for defense surrounding or separating an area

Verwante vertalingen van mur