Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: boue

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: boue

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

boue:
- gyttja; slam; sörja; lera; smuts; dy; oklarhet; grumlighet
bouée:
- fyr; vårdkas
Wiktionary:
- boue → lera
- boue → jord, gyttja, lera, smuts, skit, sopor, skräp, sörja, gegga
- bouée → boj
- bouée → boj

Frans

Uitgebreide vertaling voor boue (Frans) in het Zweeds

boue:

boue [la ~] zelfstandig naamwoord

la boue (bourbe; vase; limon; gadoue)
gyttja; slam; sörja; lera; smuts; dy
- gyttja [-en] zelfstandig naamwoord
- slam [-ett] zelfstandig naamwoord
- sörja [-ett] zelfstandig naamwoord
- lera [-en] zelfstandig naamwoord
- smuts [-en] zelfstandig naamwoord
- dy [-en] zelfstandig naamwoord
la boue (féculence)
oklarhet; grumlighet
- oklarhet [-en] zelfstandig naamwoord
- grumlighet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor boue:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dy	boue; bourbe; gadoue; limon; vase
grumlighet	boue; féculence	état trouble
gyttja	boue; bourbe; gadoue; limon; vase
lera	boue; bourbe; gadoue; limon; vase	argile; terre glaise
oklarhet	boue; féculence
slam	boue; bourbe; gadoue; limon; vase	chelem
smuts	boue; bourbe; gadoue; limon; vase	bouse; cochonnerie; crotte; crottin; excréments; fiente; immondices; matières fécales; merde; saletés
sörja	boue; bourbe; gadoue; limon; vase	fourrage
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sörja		affliger; attrister; déplorer; désoler; navrer; pleurer; porter le deuil; être affligé; être en deuil; être triste

Synoniemen voor "boue":

alluvion; limon; loess; atterrissement; dépôt; sédiment; accrue; relais; accroissement; bauge; souille; fange; saleté; gadoue; bourbe; vase; tourbe; bouillasse; bourbier; marais; marécage; cloaque; fondrière; ornière; décharge; crotte; excrément

Wiktionary: boue

boue

noun

fange des rue et des chemins, formée d'un mélange plus ou moins consistant de terre, sable, matière organique et d'eau.
- boue → lera

Cross Translation:

From	To	Via
• boue	→ jord	↔ dirt — soil or earth
• boue	→ gyttja; lera	↔ mud — mixture of soil and water
• boue	→ smuts; skit	↔ Dreck — Schmutz, unerwünschte Substanz
• boue	→ sopor; skräp	↔ Kehricht — durch kehren mit einem Besen zusammengetragener Müll oder Schmutz
• boue	→ sörja; gegga	↔ Matsch — (umgangssprachlich) nasse Erde; dickflüssiger, breiiger Schmutz
• boue	→ gegga; sörja	↔ Schlamm — mit Wasser vermischte Erde, Dreck, Schmutz, Morast

bouée:

bouée [la ~] zelfstandig naamwoord

la bouée (balise d'atterrissage; balise; radiophare; piquet; radiobalise)
fyr; vårdkas
- fyr [-en] zelfstandig naamwoord
- vårdkas [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bouée:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fyr	balise; balise d'atterrissage; bouée; piquet; radiobalise; radiophare	phare
vårdkas	balise; balise d'atterrissage; bouée; piquet; radiobalise; radiophare

Synoniemen voor "bouée":

balise; flotteur; draveur

Wiktionary: bouée

bouée

noun

Corps flottant destiné à marquer la place d’une ancre (1)
- bouée → boj

Cross Translation:

From	To	Via
• bouée	→ boj	↔ buoy — nautical: a moored float
• bouée	→ boj	↔ Boje — schwimmender Körper, der (am Grund verankert) dem Festmachen von Schiffen oder Booten dient
• bouée	→ boj	↔ boei — een drijvend en verankerd voorwerp om de vaargeul in ondiepe wateren aan te geven

Verwante vertalingen van boue