Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. boutique:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. boutique:


Frans

Uitgebreide vertaling voor boutique (Frans) in het Zweeds

boutique:

boutique [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la boutique (magasin de vêtements; maison de confection)
    klädaffär

Vertaal Matrix voor boutique:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klädaffär boutique; magasin de vêtements; maison de confection magasin de confection; magasin de tissus

Synoniemen voor "boutique":


Wiktionary: boutique

boutique
noun
  1. magasin, partie de façade du rez-de-chaussée d’une maison consacrée à un commerce de détail ou, à la fois, à la fabrication et à la vente.

Cross Translation:
FromToVia
boutique boutique Boutique — kleines Geschäft, vor allem für modische Bekleidung
boutique affär; butik GeschäftRäumlichkeiten, in denen Waren zum Verkauf gehandelt werden
boutique magasin; affär; butik; kiosk shop — establishment that sells goods

Verwante vertalingen van boutique



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor boutique (Zweeds) in het Frans


Wiktionary: boutique


Cross Translation:
FromToVia
boutique boutique Boutique — kleines Geschäft, vor allem für modische Bekleidung