Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: mensonge

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: mensonge

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

mensonge:
- lögn; bedrägeri; svek; falskhet; osannfärdighet; ljugande
Wiktionary:
- mensonge → lögn, osanning, dikt, overklighet, illusion
- mensonge → lögn, osanning

Frans

Uitgebreide vertaling voor mensonge (Frans) in het Zweeds

mensonge:

mensonge [le ~] zelfstandig naamwoord

le mensonge (tricherie; escroquerie; tromperie; duperie)
lögn; bedrägeri; svek
- lögn [-en] zelfstandig naamwoord
- bedrägeri [-ett] zelfstandig naamwoord
- svek [-ett] zelfstandig naamwoord
le mensonge (manque de sincérité)
falskhet; osannfärdighet
- falskhet [-en] zelfstandig naamwoord
- osannfärdighet zelfstandig naamwoord
le mensonge (mensonges)
ljugande
- ljugande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mensonge:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedrägeri	duperie; escroquerie; mensonge; tricherie; tromperie	attrape-nigaud; bluff; cabriole; caprice; culbute; duperie; escroquerie; filouterie; fraude; galpette; gambade; hameçonnage; illusion; imposture; malversation; mystification; pirouette; piège grossier; promesse; soulèvements; supercherie; tricherie; tromperie
falskhet	manque de sincérité; mensonge	dissimulation; fausseté; hypocrisie; perfidie; sournoiserie
ljugande	mensonge; mensonges
lögn	duperie; escroquerie; mensonge; tricherie; tromperie	affabulation; conte de fées; fable; fabulation; fiction; illusion; invention
osannfärdighet	manque de sincérité; mensonge
svek	duperie; escroquerie; mensonge; tricherie; tromperie
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ljugande		mensonger; mensongère; menteur; menteuse

Synoniemen voor "mensonge":

bobard; canular; boniment; blague; bateau; vanne; charlatanisme; charlatanerie; tromperie; affabulation; invention; forfanterie; contrevérité; antinomie; fourberie; hypocrisie; duplicité; escobarderie; sournoiserie; fausseté; artifice; escroquerie; trahison; traîtrise; ruse; déloyauté; dissimulation; tartuferie; imposture; pharisaïsme; simagrée; mascarade; feinte; comédie; inexactitude; contresens; erreur; faute; imperfection; impropriété; paralogisme; menterie; mystification; conte; fable; calomnie; mythomanie; fabulation; occultation; simulacre; fantôme; illusion; ombre; semblant; frime; simulation; imitation; leurre; duperie; falsification; attrape; farce; niche; tour; tricherie

Wiktionary: mensonge

mensonge

noun

Propos contraire à la vérité
- mensonge → lögn; osanning
Erreur, vanité, illusion
- mensonge → dikt; overklighet; illusion

Cross Translation:

From	To	Via
• mensonge	→ lögn	↔ lie — intentionally false statement
• mensonge	→ osanning	↔ untruth — lie or falsehood
• mensonge	→ lögn	↔ leugen — een mededeling die niet waar is met de bedoeling om anderen te misleiden
• mensonge	→ lögn	↔ Lüge — falsche Aussage, mit der andere bewusst täuschen werden sollen

mensongé:

Synoniemen voor "mensongé":

controuvé; apocryphe; inventé; inauthentique; fabriqué

Verwante vertalingen van mensonge

petit mensonge