Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: assidu

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: assidu

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

assidu:
- trofast; troget; lojal; lojalt; outtröttlig; outtröttligt; trägen
Wiktionary:
- assidu → trägen, flitig
- assidu → flitig, ivrig, nitisk, arbetsam, med flit, avsiktlig

Frans

Uitgebreide vertaling voor assidu (Frans) in het Zweeds

assidu:

assidu bijvoeglijk naamwoord

assidu (loyal; fidèle; dévoué; fidèlement)
trofast; troget; lojal; lojalt
- trofast bijvoeglijk naamwoord
- troget bijvoeglijk naamwoord
- lojal bijvoeglijk naamwoord
- lojalt bijvoeglijk naamwoord
assidu (bûcheur; infatigable; avec zèle; laborieux; zélé; avec application)
outtröttlig; outtröttligt
- outtröttlig bijvoeglijk naamwoord
- outtröttligt bijvoeglijk naamwoord
assidu (acharné; avec application)
trägen
- trägen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor assidu:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lojal	assidu; dévoué; fidèle; fidèlement; loyal
lojalt	assidu; dévoué; fidèle; fidèlement; loyal	fidèle
outtröttlig	assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé	constamment; continuel; continuellement; imperturbable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser
outtröttligt	assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé	constamment; continuel; continuellement; imperturbable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser
trofast	assidu; dévoué; fidèle; fidèlement; loyal
troget	assidu; dévoué; fidèle; fidèlement; loyal	fidèle
trägen	acharné; assidu; avec application	interrogateur; interrogatif; studieuse; studieux

Synoniemen voor "assidu":

appliqué; apposé; mis; utilisé; administré; habitué; régulier; exact; ponctuel; attentif; vigilant; concentré; absorbé; préoccupé; observateur; curieux; zélé; circonspect; consciencieux; scrupuleux; tatillon; méticuleux; travailleur; responsable; obstiné; honnête; diligent; prompt; rapide; expéditif; empressé; soigneux; prévoyant; fidèle; sûr; constant; sincère; dévoué; loyal; adepte; croyant; ouaille; partisan; pratiquant; patient; persévérant; endurant; client; malade; minutieux; religieux; normal; uniforme; suivi; homme; soutenu; appuyé; secondé; accentué; persistant; élevé; noble; continu; continuel; durable; immuable; perpétuel; permanent

Wiktionary: assidu

assidu

adjective

propre|fr (figuré) Qui fait preuve d’assiduité.
- assidu → trägen; flitig

Cross Translation:

From	To	Via
• assidu	→ flitig	↔ assiduous — hard-working, diligent
• assidu	→ ivrig; nitisk; flitig	↔ eifrig — strebsam, fleißig
• assidu	→ flitig; arbetsam	↔ fleißig — unermüdlich, arbeitsam, strebsam
• assidu	→ med flit; avsiktlig	↔ geflissentlich — mit Absicht, deutlich sichtbar, sorgfältig, eifrig

Computer vertaling door derden: