Stabilité: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

stabilité:
- stabilitet; fasthet; liv; livslängd; hållbarhet; motstånd; resistens; gedigenhet; pålitlighet; soliditet; beständighet; bestämdhet; oomtvistlighet; obestridlighet
Wiktionary:
- stabilité → stabilitet

Frans

Uitgebreide vertaling voor stabilité (Frans) in het Zweeds

stabilité:

stabilité [la ~] zelfstandig naamwoord

la stabilité
stabilitet; fasthet
- stabilitet [-en] zelfstandig naamwoord
- fasthet [-en] zelfstandig naamwoord
la stabilité (durabilité; immutabilité; constance)
liv; livslängd; hållbarhet
- liv [-ett] zelfstandig naamwoord
- livslängd [-en] zelfstandig naamwoord
- hållbarhet [-en] zelfstandig naamwoord
la stabilité (résistance; immutabilité)
motstånd; resistens
- motstånd [-ett] zelfstandig naamwoord
- resistens [-en] zelfstandig naamwoord
la stabilité (bonne qualité; durabilité; fiabilité; solidité)
gedigenhet
- gedigenhet zelfstandig naamwoord
la stabilité (ténacité; fermeté; cohésion; solidité; consistance)
pålitlighet; stabilitet; soliditet; fasthet; beständighet
- pålitlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- stabilitet [-en] zelfstandig naamwoord
- soliditet [-en] zelfstandig naamwoord
- fasthet [-en] zelfstandig naamwoord
- beständighet [-en] zelfstandig naamwoord
la stabilité (détermination; résolution; ténacité; assurance de soi-même; assurance; fermeté; sécurité; garantie; certitude; sûreté; aplomb; constance; durabilité; confiance en soi; sûreté de soi-même)
bestämdhet
- bestämdhet [-en] zelfstandig naamwoord
la stabilité (caractère inébranlable; équilibre; fermeté; solidité; robustesse)
oomtvistlighet; stabilitet; obestridlighet
- oomtvistlighet zelfstandig naamwoord
- stabilitet [-en] zelfstandig naamwoord
- obestridlighet zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stabilité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestämdhet	aplomb; assurance; assurance de soi-même; certitude; confiance en soi; constance; durabilité; détermination; fermeté; garantie; résolution; stabilité; sécurité; sûreté; sûreté de soi-même; ténacité	compacité; consistance; détermination; fait d'être résolu; fermeté; résolution; solidité; validité
beständighet	cohésion; consistance; fermeté; solidité; stabilité; ténacité
fasthet	cohésion; consistance; fermeté; solidité; stabilité; ténacité	assurance; certitude; fait d'être ferme; fermeté; hardiesse; résolution; sûreté
gedigenhet	bonne qualité; durabilité; fiabilité; solidité; stabilité
hållbarhet	constance; durabilité; immutabilité; stabilité	bonne qualité; fermeté; fiabilité; préservabilité; solidité
liv	constance; durabilité; immutabilité; stabilité	affluence; animation; bousculade; chamailleries; cohue; engueulades; esclandre; existence; foule; petite vie; poussée; présence; querelles; réalité; scandale; tam-tam; tapage; tumulte; vie; vies
livslängd	constance; durabilité; immutabilité; stabilité	ancienneté; durée de la vie; vie; vieillesse; âge
motstånd	immutabilité; résistance; stabilité	anticorps; clandestinité; contestation; défense; maquis; objection; opposition; plainte; protestation; réclamation; résistance
obestridlighet	caractère inébranlable; fermeté; robustesse; solidité; stabilité; équilibre
oomtvistlighet	caractère inébranlable; fermeté; robustesse; solidité; stabilité; équilibre
pålitlighet	cohésion; consistance; fermeté; solidité; stabilité; ténacité	crédibilité; fiabilité; orthodoxie; plausibilité; probabilité; vraisemblance; véracité
resistens	immutabilité; résistance; stabilité
soliditet	cohésion; consistance; fermeté; solidité; stabilité; ténacité
stabilitet	caractère inébranlable; cohésion; consistance; fermeté; robustesse; solidité; stabilité; ténacité; équilibre	taille trapue

Synoniemen voor "stabilité":

consistance; fermeté; dureté; solidité; constance; persévérance; résolution; assiduité; obstination; énergie; volonté; régularité; opiniâtreté; fidélité; permanence; durabilité; fiabilité; équilibre; aplomb; assiette; attitude; contrepoids; fixité; immobilité; invariabilité; persistance; ankylose; calme; immuabilité; immobilisme; impassibilité; inactivité; inertie; stagnation; paralysie; repos; piétinement; compacité; homogénéité; assise; stationnarité; statisme

Wiktionary: stabilité

stabilité

noun

Caractère de ce qui est stable
- stabilité → stabilitet

Computer vertaling door derden:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stabilité (Zweeds) in het Frans

stabilité: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

stabil: continu; constant; constamment; continuel
it: technologie informatique

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: stabilité

Uitgebreide vertaling voor stabilité (Frans) in het Zweeds

stabilité:

stabilité [la ~] zelfstandig naamwoord

la stabilité

la stabilité (durabilité; immutabilité; constance)

la stabilité (résistance; immutabilité)

la stabilité (bonne qualité; durabilité; fiabilité; solidité)

la stabilité (ténacité; fermeté; cohésion; solidité; consistance)

la stabilité (détermination; résolution; ténacité; assurance de soi-même; assurance; fermeté; sécurité; garantie; certitude; sûreté; aplomb; constance; durabilité; confiance en soi; sûreté de soi-même)

la stabilité (caractère inébranlable; équilibre; fermeté; solidité; robustesse)

Vertaal Matrix voor stabilité:

Synoniemen voor "stabilité":

Wiktionary: stabilité

Uitgebreide vertaling voor stabilité (Zweeds) in het Frans

stabilité: (*Woord en zin splitter gebruikt)

stabilité: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}