Commandement: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

commandement:
- order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik; uppdrag; kommando; föreskrift; undervisning
Wiktionary:
- commandement → befallning, befäl, kommando, order
- commandement → befälsrätt, befälsmakt, bud, påbud, budord

Frans

Uitgebreide vertaling voor commandement (Frans) in het Zweeds

commandement:

commandement [le ~] zelfstandig naamwoord

le commandement (ordre; assignation; consigne; mission; instruction; devise; sommation; contrainte)
order; instruktion; befallning; uppgift; anvisning; vink; stickreplik
- order [-en] zelfstandig naamwoord
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord
- befallning [-en] zelfstandig naamwoord
- uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
- anvisning [-en] zelfstandig naamwoord
- vink [-en] zelfstandig naamwoord
- stickreplik [-en] zelfstandig naamwoord
le commandement (ordre de service; instruction)
order; befallning
- order [-en] zelfstandig naamwoord
- befallning [-en] zelfstandig naamwoord
le commandement (ordre; impératif)
uppdrag
- uppdrag [-ett] zelfstandig naamwoord
le commandement (commande; ordre; commando; sommation; mission; impératif; mandat; ordre donné à l'armée)
befallning; kommando
- befallning [-en] zelfstandig naamwoord
- kommando [-ett] zelfstandig naamwoord
le commandement (instruction; consigne; assignation; mission; sommation; indication; impératif; contrainte; ordre)
föreskrift; instruktion; undervisning; anvisning
- föreskrift [-en] zelfstandig naamwoord
- instruktion [-en] zelfstandig naamwoord
- undervisning [-en] zelfstandig naamwoord
- anvisning [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor commandement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anvisning	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation
befallning	assignation; commande; commandement; commando; consigne; contrainte; devise; impératif; instruction; mandat; mission; ordre; ordre de service; ordre donné à l'armée; sommation	notifications; ordre suprême; ordres de servises; sommations
föreskrift	assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation	boussole; compas; consigne; consigne de service; directive; ligne directrice; prescription; regle; règlement; réglementation
instruktion	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation	action; assignation; briefing; commande; consigne; direction; instruction; ordre de service
kommando	commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation	commande; commando
order	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; ordre de service; sommation	assignation; commande; commandes; commissions; consigne; distribution; instruction; livraison; ordre de service; ordres de servises
stickreplik	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation
undervisning	assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation	classe; cours; enseignement; formation; formation écolière; instruction; leçon; éducation
uppdrag	commandement; impératif; ordre	assignation; cas; commande; commandes; commissions; consigne; instruction; mandats; nomination d'officier; ordre de service
uppgift	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation	besogne; boulot; bricole; corvée; dilemme; emploi; job; labeur; mission; petit travail; problème; question; travail; tâche; tâche scolaire; à faire; élément à faire
vink	assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation	aiguille; avertissement; geste; indice; marque; signal; signe

Synoniemen voor "commandement":

ordre; pouvoir; état-major; direction; injonction; sommation; obligation; engagement; devoir; exigence; nécessité; impératif; tâche; dette; promesse; serment; prescription; organisation; classe; addition; ukase; arrêt; loi; ultimatum

Wiktionary: commandement

commandement

noun

À trier
- commandement → befallning; befäl; kommando; order

Cross Translation:

From	To	Via
• commandement	→ befälsrätt; befälsmakt	↔ Befehlsgewalt — Recht oder Befugnis, Befehle zu erteilen
• commandement	→ bud; påbud; budord	↔ Gebot — in Ethik, Religion oder Recht: Verpflichtung oder Anweisung
• commandement	→ bud	↔ gebod — opgelegde verplichting

Verwante vertalingen van commandement

Remove Ads

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: commandement

Uitgebreide vertaling voor commandement (Frans) in het Zweeds

commandement:

commandement [le ~] zelfstandig naamwoord

le commandement (ordre; assignation; consigne; mission; instruction; devise; sommation; contrainte)

le commandement (ordre de service; instruction)

le commandement (ordre; impératif)

le commandement (commande; ordre; commando; sommation; mission; impératif; mandat; ordre donné à l'armée)

le commandement (instruction; consigne; assignation; mission; sommation; indication; impératif; contrainte; ordre)

Vertaal Matrix voor commandement:

Synoniemen voor "commandement":

Wiktionary: commandement

Verwante vertalingen van commandement