Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: noces

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: noces

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

noces:
- bröllop; bröllopsceremoni; vigsel; giftermålsceremoni; giftemål; bröllopsdag; giftermålet; det äkta ståndet
Wiktionary:
- noces → bröllop, vigsel

Frans

Uitgebreide vertaling voor noces (Frans) in het Zweeds

noces:

noces [la ~] zelfstandig naamwoord

la noces (jour des noces; mariage; célébration du mariage; épousailles; jour du mariage; cérémonie du mariage; alliance; noce)
bröllop
- bröllop [-ett] zelfstandig naamwoord
la noces (cérémonie du mariage; mariage)
bröllopsceremoni
- bröllopsceremoni zelfstandig naamwoord
la noces (cérémonie du mariage; mariage)
vigsel; bröllop; giftermålsceremoni
- vigsel [-en] zelfstandig naamwoord
- bröllop [-ett] zelfstandig naamwoord
- giftermålsceremoni zelfstandig naamwoord
la noces (union conjugale; mariage; communauté conjugale; alliance; union; relations conjugales)
giftemål
- giftemål zelfstandig naamwoord
la noces (jour du mariage; anniversaire de mariage; jour des noces; union; jour de la noces; cérémonie du mariage; mariage; célébration du mariage; alliance; noce; épousailles; conjungo)
bröllopsdag
- bröllopsdag [-en] zelfstandig naamwoord
la noces (communauté conjugale; relations conjugales; situation familiale; mariage; union; union conjugale)
giftermålet; det äkta ståndet
- giftermålet zelfstandig naamwoord
- det äkta ståndet zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor noces:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bröllop	alliance; célébration du mariage; cérémonie du mariage; jour des noces; jour du mariage; mariage; noce; noces; épousailles
bröllopsceremoni	cérémonie du mariage; mariage; noces
bröllopsdag	alliance; anniversaire de mariage; conjungo; célébration du mariage; cérémonie du mariage; jour de la noces; jour des noces; jour du mariage; mariage; noce; noces; union; épousailles	anniversaire; boum; fête annuelle; jour commémoratif; jour de fête
det äkta ståndet	communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; situation familiale; union; union conjugale
giftemål	alliance; communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; union; union conjugale	mariage; noce; épousailles
giftermålet	communauté conjugale; mariage; noces; relations conjugales; situation familiale; union; union conjugale
giftermålsceremoni	cérémonie du mariage; mariage; noces
vigsel	cérémonie du mariage; mariage; noces

Wiktionary: noces

Cross Translation:

From	To	Via
• noces	→ bröllop; vigsel	↔ marriage — wedding
• noces	→ bröllop; vigsel	↔ wedding — marriage ceremony
• noces	→ bröllop	↔ Hochzeit — die Zeremonie und Feier der Eheschließung

Verwante vertalingen van noces