Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fauteuil:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fauteuil (Frans) in het Zweeds

fauteuil:

fauteuil [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fauteuil (chaise; siège)
    stol; stol med armstöd; vilstol
  2. le fauteuil (siège)
    fåtölj
  3. le fauteuil
    karmstol; länsstol
  4. le fauteuil (chaise longue; chaise de repos)
    liggstol

Vertaal Matrix voor fauteuil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fåtölj fauteuil; siège
karmstol fauteuil
liggstol chaise de repos; chaise longue; fauteuil
länsstol fauteuil
stol chaise; fauteuil; siège
stol med armstöd chaise; fauteuil; siège
vilstol chaise; fauteuil; siège

Synoniemen voor "fauteuil":


Wiktionary: fauteuil

fauteuil
noun
  1. meubles|fr siège comportant des accoudoirs, et un dossier.

Cross Translation:
FromToVia
fauteuil fåtölj armchair — a chair with supports for the arms or elbows
fauteuil stol chair — furniture
fauteuil armstol; länstol; fåtölj easy chair — a comfortable chair
fauteuil fåtölj Fauteuilin Deutschland veraltend, österreichisch, schweizerisch: Lehnsessel
fauteuil fåtölj Sessel — einsitziges Polstermöbelstück

Verwante vertalingen van fauteuil