Zélé: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

zèle:
- passion; arbetsiver; insisterar; måste; besattning av; arbetskraft; produktivitet; arbetskapacitet; strävanden; ambitioner
- tillgiven; hängivet; tillgivet
zélé:
- outtröttlig; outtröttligt
Wiktionary:
- zélé → ihärdig, ivrig, hänförd, entusiastisk, nitisk
- zèle → nit, iver

Frans

Uitgebreide vertaling voor zélé (Frans) in het Zweeds

zèle:

zèle [le ~] zelfstandig naamwoord

le zèle (passion; fougue; ardeur; verve; élan; ferveur; embrasement)
passion
- passion [-en] zelfstandig naamwoord
le zèle (diligence; assiduité; industrie; ardeur; application; élan; ferveur)
arbetsiver
- arbetsiver zelfstandig naamwoord
le zèle (instances; poussée; ardeur; aspiration; application; efforts; recherche)
insisterar; måste
- insisterar zelfstandig naamwoord
- måste zelfstandig naamwoord
le zèle (obsession; passion; fougue; verve)
besattning av; passion
- besattning av zelfstandig naamwoord
- passion [-en] zelfstandig naamwoord
le zèle (capacité de travail; vitalité; énergie; productivité)
arbetskraft; produktivitet; arbetskapacitet
- arbetskraft [-en] zelfstandig naamwoord
- produktivitet [-en] zelfstandig naamwoord
- arbetskapacitet zelfstandig naamwoord
le zèle (ambition; aspiration; recherche; application; ardeur; dévouement; efforts; poussée)
strävanden; ambitioner
- strävanden zelfstandig naamwoord
- ambitioner zelfstandig naamwoord

zèle bijvoeglijk naamwoord

zèle (dévoué)
tillgiven; hängivet; tillgivet
- tillgiven bijvoeglijk naamwoord
- hängivet bijvoeglijk naamwoord
- tillgivet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zèle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambitioner	ambition; application; ardeur; aspiration; dévouement; efforts; poussée; recherche; zèle
arbetsiver	application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
arbetskapacitet	capacité de travail; productivité; vitalité; zèle; énergie
arbetskraft	capacité de travail; productivité; vitalité; zèle; énergie	force musculaire; forces de travail; main-d'oeuvre; population active
besattning av	fougue; obsession; passion; verve; zèle
insisterar	application; ardeur; aspiration; efforts; instances; poussée; recherche; zèle
måste	application; ardeur; aspiration; efforts; instances; poussée; recherche; zèle	condition; condition nécessaire; devoir; exigence; must; réquisition; stipulation
passion	ardeur; embrasement; ferveur; fougue; obsession; passion; verve; zèle; élan	ambition; application; ardeur; assiduité; attachement; caractère passionné; consécration; désir; dévouement; envie; ferveur; feu; fougue; passion; pulsion sexuelle; sollicitude; volupté
produktivitet	capacité de travail; productivité; vitalité; zèle; énergie	niveau de la production; productivité; rendement
strävanden	ambition; application; ardeur; aspiration; dévouement; efforts; poussée; recherche; zèle
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
måste		devoir; falloir; être dans l'obligation de; être obligé de
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hängivet	dévoué; zèle	adonné à; drogué; dévoué; intoxiqué
måste		absolument; coûte que coûte; crucial; décisif; essentiel; fondamental; indispensable; élementaire
tillgiven	dévoué; zèle	affectueuse; affectueux; attaché; attaché à; dévoué; tendre; tendrement
tillgivet	dévoué; zèle	affectueuse; affectueux; amoureuse; amoureux; attaché; attaché à; avec tendresse; dévoué; tendre; tendrement

Synoniemen voor "zèle":

acharnement; entêtement; obstination; ténacité; persévérance; insistance; ardeur; fureur; rage; cruauté; assiduité; régularité; ponctualité; constance; exactitude; continuité; adulation; attention; dévotion; ferveur; attachement; soin; dévouement; adoration; vénération; piété; culte; mysticisme; abnégation; sacrifice; désintéressement; détachement; fidélité; conscience; loyauté; amour; générosité; empressement; avidité; presse; vivacité; promptitude; hâte; élan; impatience; entrain; allant; brio; fougue; enthousiasme; enchantement; chaleur; communion; effusion; prosélytisme; apostolat; propagande; foi; application

Wiktionary: zèle

Cross Translation:

From	To	Via
• zèle	→ nit; iver	↔ Eifer — ernsthaftes Bemühen, Verfolgen eines Ziels
• zèle	→ iver; nit	↔ zeal — fervor or devotion

zélé:

zélé bijvoeglijk naamwoord

zélé (bûcheur; assidu; infatigable; avec zèle; laborieux; avec application)
outtröttlig; outtröttligt
- outtröttlig bijvoeglijk naamwoord
- outtröttligt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zélé:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
outtröttlig	assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé	constamment; continuel; continuellement; imperturbable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser
outtröttligt	assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé	constamment; continuel; continuellement; imperturbable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser

Synoniemen voor "zélé":

agissant; actif; énergique; efficace; opérant; fort; influent; attentif; vigilant; concentré; absorbé; appliqué; préoccupé; observateur; curieux; assidu; circonspect; dévoué; empressé; consciencieux; scrupuleux; fidèle; altruiste; généreux; aimable; diligent; prompt; rapide; expéditif; soigneux; prévoyant; attentionné; complaisant; prévenant; fayot; haricot; flageolet; mangetout; godillot; hyperactif; remuant; pétulant; trépignant; studieux; accrocheur; chercheur; fouilleur; laborieux; travailleur; attaché; courageux; enflammé; ardent; fougueux

Wiktionary: zélé

Cross Translation:

From	To	Via
• zélé	→ ihärdig; ivrig	↔ beflissen — bemüht, übereifrig
• zélé	→ ivrig; hänförd; entusiastisk; nitisk	↔ zealous — full of zeal; ardent

Verwante vertalingen van zélé

Remove Ads

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: zélé

Uitgebreide vertaling voor zélé (Frans) in het Zweeds

zèle:

zèle [le ~] zelfstandig naamwoord

le zèle (passion; fougue; ardeur; verve; élan; ferveur; embrasement)

le zèle (diligence; assiduité; industrie; ardeur; application; élan; ferveur)

le zèle (instances; poussée; ardeur; aspiration; application; efforts; recherche)

le zèle (obsession; passion; fougue; verve)

le zèle (capacité de travail; vitalité; énergie; productivité)

le zèle (ambition; aspiration; recherche; application; ardeur; dévouement; efforts; poussée)

zèle bijvoeglijk naamwoord

zèle (dévoué)

Vertaal Matrix voor zèle:

Synoniemen voor "zèle":

Wiktionary: zèle

zélé:

zélé bijvoeglijk naamwoord

zélé (bûcheur; assidu; infatigable; avec zèle; laborieux; avec application)

Vertaal Matrix voor zélé:

Synoniemen voor "zélé":

Wiktionary: zélé

Verwante vertalingen van zélé