Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. jambe:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor jambe (Frans) in het Zweeds

jambe:

jambe [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la jambe
    ben; benlem
    • ben [-ett] zelfstandig naamwoord
    • benlem zelfstandig naamwoord
  2. la jambe (patte)
    ben
    • ben [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. la jambe (tibia)
    stjälk; lägg; skaft; skenben; skank; hålfot
    • stjälk [-en] zelfstandig naamwoord
    • lägg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skaft [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skenben zelfstandig naamwoord
    • skank zelfstandig naamwoord
    • hålfot [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor jambe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ben jambe; patte jambes; os; squelette
benlem jambe
hålfot jambe; tibia
lägg jambe; tibia phylum; tronc
skaft jambe; tibia anse; levier; loquet; loqueteau; manche; manches; manette; phylum; poignée; poignée de porte; prise; puits; tige; tiges; timon; tronc; verge; verges
skank jambe; tibia
skenben jambe; tibia tibia
stjälk jambe; tibia brin; perche; tige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ben d'os; en os

Synoniemen voor "jambe":


Wiktionary: jambe

jambe
noun
  1. Membre inférieur.
    • jambeben
  2. Partie du pantalon qui couvre la jambe.
    • jambeben

Cross Translation:
FromToVia
jambe ben leg — lower limb from groin to ankle
jambe ben Bein — Extremität zum Laufen und Stehen
jambe ben Bein[1] ähnlicher Teil von Möbeln
jambe ben Bein — kurz für Hosenbein

Verwante vertalingen van jambe