Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. facteur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor facteur (Frans) in het Zweeds

facteur:

facteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le facteur
    brevbärare; postförare; postbud
  2. le facteur (élément; composant)
    faktor
    • faktor [-en] zelfstandig naamwoord
  3. le facteur (livreur; porteur)
    varubud
    • varubud [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor facteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brevbärare facteur facteurs
faktor composant; facteur; élément
postbud facteur
postförare facteur
varubud facteur; livreur; porteur facteurs; garçons de courses; livreurs; messagers; porteurs

Synoniemen voor "facteur":


Wiktionary: facteur

facteur
noun
  1. En mathématiques
  2. Chose qui concourt à un résultat
  3. Musique
  4. Distributeur de courrier

Cross Translation:
FromToVia
facteur faktor factor — mathematical sense
facteur brevbärare letter carrier — post office employee
facteur brevbärare mailman — post office employee
facteur brevbärare Briefträger — eine (männliche) Person, die Briefe zustellt
facteur faktor FaktorMathematik: Operand der Multiplikation, Teil eines Produktes
facteur moment Moment — ein Umstand oder ein Ereignis, das eine Handlung hervorrufen oder entscheidend beeinflusst
facteur brevbärare PostboteBerufsbezeichnung: jemand, der Post zustellen

Verwante vertalingen van facteur