Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. turpitude:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor turpitude (Frans) in het Nederlands

turpitude:

turpitude [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la turpitude (bassesse; vilenie)
    de gemeenheid; de slechtheid; laaghartigheid; de snoodheid

Vertaal Matrix voor turpitude:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemeenheid bassesse; turpitude; vilenie bassesse; caractère sournois; crapulerie; fourberie; gredinerie; malice; malignité; malveillance; méchanceté; perversité; ruse; venimosité; vilenie; virulence
laaghartigheid bassesse; turpitude; vilenie
slechtheid bassesse; turpitude; vilenie bassesse; corruption; dégénérescence; dépravation; malice; malignité; malveillance; méchanceté; perversion; perversité; venimosité; vilenie; virulence
snoodheid bassesse; turpitude; vilenie astuce; bassesse; crasse; dégourdi; infamie; malicieux; malin; perfidie; ruse; rusé; sagacité; vilenie

Synoniemen voor "turpitude":


Wiktionary: turpitude

turpitude
noun
  1. ignominie qui résulter de quelque action honteuse.