Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sonde:
  2. sonder:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. sonde:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor sonde (Frans) in het Nederlands

sonde:

sonde [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la sonde (explorateur; capteur)
    de sonde
    • sonde [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la sonde (capteur; détecteur; palpeur)
    de voeler
    • voeler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la sonde (personne sensitive; capteur; détecteur; palpeur)
    gevoelig persoon
  4. la sonde (trépan; tarière)
    de grondboor; aardboor

Vertaal Matrix voor sonde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardboor sonde; tarière; trépan
gevoelig persoon capteur; détecteur; palpeur; personne sensitive; sonde
grondboor sonde; tarière; trépan
sonde capteur; explorateur; sonde
voeler capteur; détecteur; palpeur; sonde

Synoniemen voor "sonde":


Wiktionary: sonde

sonde
noun
  1. instrument de mesure

Cross Translation:
FromToVia
sonde dieplood lead — plummet to measure depth of water
sonde sonde probe — sciences: electrode or other small device

sonder:

sonder werkwoord (sonde, sondes, sondons, sondez, )

  1. sonder (mesurer; arpenter; jauger)
    meten; peilen; diepte bepalen; opmeten
    • meten werkwoord (meet, mat, maten, gemeten)
    • peilen werkwoord (peil, peilt, peilde, peilden, gepeild)
    • diepte bepalen werkwoord
    • opmeten werkwoord (meet op, mat op, maten op, opgemeten)
  2. sonder (cathétériser)
    sonderen; met sonde onderzoeken
  3. sonder (tâter)
    polsen
    • polsen werkwoord (pols, polst, polste, polsten, gepolst)
  4. sonder (explorer; reconnaître; fouiller)
    aftasten; bevoelen
    • aftasten werkwoord (tast af, tastte af, tastten af, afgetast)
    • bevoelen werkwoord (bevoel, bevoelt, bevoelde, bevoelden, bevoeld)
  5. sonder (fouiller; scruter)
    doorzoeken
    • doorzoeken werkwoord (doorzoek, doorzoekt, doorzocht, doorzochten, doorzocht)
  6. sonder (viser; plomber)
  7. sonder (venir se tenir au courant; faire le point)
  8. sonder (frapper contre; taper sur)
    bekloppen; tegen kloppen
  9. sonder (interroger; approfondir)
    uitvorsen
    • uitvorsen werkwoord (vors uit, vorst uit, vorste uit, vorsten uit, uitgevorst)

Conjugations for sonder:

Présent
  1. sonde
  2. sondes
  3. sonde
  4. sondons
  5. sondez
  6. sondent
imparfait
  1. sondais
  2. sondais
  3. sondait
  4. sondions
  5. sondiez
  6. sondaient
passé simple
  1. sondai
  2. sondas
  3. sonda
  4. sondâmes
  5. sondâtes
  6. sondèrent
futur simple
  1. sonderai
  2. sonderas
  3. sondera
  4. sonderons
  5. sonderez
  6. sonderont
subjonctif présent
  1. que je sonde
  2. que tu sondes
  3. qu'il sonde
  4. que nous sondions
  5. que vous sondiez
  6. qu'ils sondent
conditionnel présent
  1. sonderais
  2. sonderais
  3. sonderait
  4. sonderions
  5. sonderiez
  6. sonderaient
passé composé
  1. ai sondé
  2. as sondé
  3. a sondé
  4. avons sondé
  5. avez sondé
  6. ont sondé
divers
  1. sonde!
  2. sondez!
  3. sondons!
  4. sondé
  5. sondant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor sonder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftasten fouiller; tâter; tâtonner
bekloppen tapage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftasten explorer; fouiller; reconnaître; sonder examiner; explorer; fouiller; prospecter; reconnaître; éclairer
bekloppen frapper contre; sonder; taper sur
bevoelen explorer; fouiller; reconnaître; sonder palper; toucher; tâter; tâtonner
diepte bepalen arpenter; jauger; mesurer; sonder
diepte loden plomber; sonder; viser
doorzoeken fouiller; scruter; sonder
met sonde onderzoeken cathétériser; sonder
meten arpenter; jauger; mesurer; sonder
opmeten arpenter; jauger; mesurer; sonder
peilen arpenter; jauger; mesurer; sonder
polsen sonder; tâter
poolshoogte nemen faire le point; sonder; venir se tenir au courant
sonderen cathétériser; sonder
tegen kloppen frapper contre; sonder; taper sur
uitvorsen approfondir; interroger; sonder

Synoniemen voor "sonder":


Wiktionary: sonder

sonder
verb
  1. À trier
sonder
verb
  1. het peilen van waterdiepte
  2. iemand vragen naar zijn mening, interesse voor iets

Cross Translation:
FromToVia
sonder peilen cast — to heave a lead and line in order to ascertain the depth of water

Verwante vertalingen van sonde



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sonde (Nederlands) in het Frans

sonde:

sonde [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de sonde
    la sonde; l'explorateur; le capteur

Vertaal Matrix voor sonde:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
capteur sonde gevoelig persoon; sensor; voeler
explorateur sonde browse-server; onderzoeker; ontdekkingsreiziger; vorser
sonde sonde aardboor; gevoelig persoon; grondboor; voeler

Verwante woorden van "sonde":

  • sondes

Wiktionary: sonde


Cross Translation:
FromToVia
sonde sonde; enquête probe — sciences: electrode or other small device

Verwante vertalingen van sonde