Présomption: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

présomption:
- vermoeden; veronderstelling; gissing; verwaandheid; arrogantie; hooghartigheid; eigendunk; eigenwaan; eigenzinnigheid; eigenwijsheid; eigengereidheid; hovaardij; verhevenheid; uit de hoogte doen; inbeelding; zelfverheffing; aanmatiging; zelfoverschatting; hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; gewichtigheid; bombast; gewichtigdoenerij
Wiktionary:
- présomption → presumptie

Frans

Uitgebreide vertaling voor présomption (Frans) in het Nederlands

présomption:

présomption [la ~] zelfstandig naamwoord

la présomption (supposition; soupçon; conjecture)
het vermoeden; de veronderstelling
- vermoeden [het ~] zelfstandig naamwoord
- veronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la présomption (supposition; estimation)
de gissing
- gissing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la présomption (arrogance; prétention; orgueil; fatuité; vanité; insolence)
de verwaandheid; de arrogantie; de hooghartigheid
- verwaandheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- arrogantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hooghartigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la présomption (suffisance; prétention; emphase; style emphatique; enflure du style; style boursouflé)
de eigendunk; de eigenwaan
- eigendunk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- eigenwaan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la présomption (obstination; entêtement)
de eigenzinnigheid; de eigenwijsheid; de eigengereidheid
- eigenzinnigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eigenwijsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eigengereidheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la présomption (orgueil)
de hovaardij
- hovaardij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la présomption (prétention; supériorité; suffisance; jactance)
de verhevenheid; uit de hoogte doen
- verhevenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uit de hoogte doen [znw.] zelfstandig naamwoord
la présomption (insolence; orgueil; audace; prétention; impertinence; arrogance; impudence; effronterie)
de inbeelding; de verwaandheid; de zelfverheffing; de aanmatiging
- inbeelding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwaandheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zelfverheffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanmatiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la présomption
de zelfoverschatting
- zelfoverschatting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la présomption (emphase; prétention; suffisance; enflure; grandiloquence; style emphatique; style boursouflé)
de hoogdravendheid; gezwollenheid; pompeusheid; de gewichtigheid; de bombast; de gewichtigdoenerij
- hoogdravendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gezwollenheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- pompeusheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- gewichtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bombast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gewichtigdoenerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor présomption:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanmatiging	arrogance; audace; effronterie; impertinence; impudence; insolence; orgueil; présomption; prétention
arrogantie	arrogance; fatuité; insolence; orgueil; présomption; prétention; vanité	arrogance
bombast	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
eigendunk	emphase; enflure du style; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	arrogance
eigengereidheid	entêtement; obstination; présomption
eigenwaan	emphase; enflure du style; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	arrogance
eigenwijsheid	entêtement; obstination; présomption
eigenzinnigheid	entêtement; obstination; présomption
gewichtigdoenerij	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
gewichtigheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	importance; sens; signification
gezwollenheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance	enflure; gonflement
gissing	estimation; présomption; supposition
hoogdravendheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
hooghartigheid	arrogance; fatuité; insolence; orgueil; présomption; prétention; vanité
hovaardij	orgueil; présomption
inbeelding	arrogance; audace; effronterie; impertinence; impudence; insolence; orgueil; présomption; prétention	audace; effronterie; impertinence; impudence; indiscrétion; insolence
pompeusheid	emphase; enflure; grandiloquence; présomption; prétention; style boursouflé; style emphatique; suffisance
uit de hoogte doen	jactance; présomption; prétention; suffisance; supériorité
verhevenheid	jactance; présomption; prétention; suffisance; supériorité	excellence; grandeur; supériorité
vermoeden	conjecture; présomption; soupçon; supposition
veronderstelling	conjecture; présomption; soupçon; supposition	assertion; hypothèse; idée fondamentale; point de départ; proposition; supposition; thèse; théorie; théorème
verwaandheid	arrogance; audace; effronterie; fatuité; impertinence; impudence; insolence; orgueil; présomption; prétention; vanité	audace; effronterie; impertinence; impudence; indiscrétion; insolence
zelfoverschatting	présomption
zelfverheffing	arrogance; audace; effronterie; impertinence; impudence; insolence; orgueil; présomption; prétention	audace; effronterie; impertinence; impudence; indiscrétion; insolence