Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: pâture

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: pâture

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

pâture:
- aas; lokaas; lokmiddel; spijs; amandelspijs; grondaas
Wiktionary:
- pâture → beemd, weide, wei, weidegrond, weiland, voeding, kost, voeder, voedingsmiddel, voedsel, voer, foerage
- pâture → weiland

Frans

Uitgebreide vertaling voor pâture (Frans) in het Nederlands

pâture:

pâture [la ~] zelfstandig naamwoord

la pâture (appât; leurre; amorce)
de aas; het lokaas; het lokmiddel
- aas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lokaas [het ~] zelfstandig naamwoord
- lokmiddel [het ~] zelfstandig naamwoord
la pâture (pâte d'amandes)
de spijs; de amandelspijs
- spijs [de ~] zelfstandig naamwoord
- amandelspijs [de ~] zelfstandig naamwoord
la pâture
grondaas
- grondaas [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pâture:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aas	amorce; appât; leurre; pâture
amandelspijs	pâte d'amandes; pâture
grondaas	pâture
lokaas	amorce; appât; leurre; pâture
lokmiddel	amorce; appât; leurre; pâture
spijs	pâte d'amandes; pâture	alimentation; nourriture

Synoniemen voor "pâture":

becquée; pitance; nourriture; pacage; subsistance; aliment; ravitaillement; approvisionnement; viande; chair; venaison

Wiktionary: pâture

pâture

noun

éleva|fr nourriture des bêtes, des oiseaux, des poissons.
- pâture → beemd; weide; wei; weidegrond; weiland; voeding; kost; voeder; voedingsmiddel; voedsel; voer; foerage

pâture

noun

een stuk grasland in gebruik voor de begrazing door vee
- weiland → pâturage; pâture

Cross Translation:

From	To	Via
• pâture	→ weiland	↔ pasture — land on which cattle can be kept for feeding