Indécis: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

indécis:
- onbeslist; onuitgemaakt; twijfelmoedig; halfslachtig; wankelmoedig; onstandvastig; besluiteloos; aarzelend; weifelachtig; weifelend; onbepaald; veranderlijk; inconsistent; schoorvoetend; wankelend; wankelbaar; rank; los; wankel; onvast
- wankelmoedige; weifelaar
Wiktionary:
- indécis → besluiteloos

Frans

Uitgebreide vertaling voor indécis (Frans) in het Nederlands

indécis:

indécis bijvoeglijk naamwoord

indécis
onbeslist; onuitgemaakt
- onbeslist bijvoeglijk naamwoord
- onuitgemaakt bijvoeglijk naamwoord
indécis (incertain; hésitant; instable; vacillant; irrésolu; en hésitant; avec indécision)
twijfelmoedig; halfslachtig; wankelmoedig; onstandvastig
- twijfelmoedig bijvoeglijk naamwoord
- halfslachtig bijvoeglijk naamwoord
- wankelmoedig bijvoeglijk naamwoord
- onstandvastig bijvoeglijk naamwoord
indécis (hésitant; incertain; irrésolu)
besluiteloos; aarzelend; weifelachtig; weifelend
- besluiteloos bijvoeglijk naamwoord
- aarzelend bijvoeglijk naamwoord
- weifelachtig bijvoeglijk naamwoord
- weifelend bijvoeglijk naamwoord
indécis (indéterminé; indéfini; vague; flou; imprécis; indéfiniment; vaguement; indistinct)
onbepaald
- onbepaald bijvoeglijk naamwoord
indécis (variable; changeant; incertain; instable)
veranderlijk; inconsistent
- veranderlijk bijvoeglijk naamwoord
- inconsistent bijvoeglijk naamwoord
indécis (hésitant; incertain; irrésolu; avec hésitation; peu disposé; d'une façon hésitante; de mauvaise grâce)
aarzelend; weifelend; schoorvoetend; halfslachtig; wankelmoedig
- aarzelend bijvoeglijk naamwoord
- weifelend bijvoeglijk naamwoord
- schoorvoetend bijvoeglijk naamwoord
- halfslachtig bijvoeglijk naamwoord
- wankelmoedig bijvoeglijk naamwoord
indécis (vacillant; chancelant; précaire; bancal; incertain; d'une façon incertaine)
wankelend; wankelbaar; rank; los; wankel; onvast
- wankelend bijvoeglijk naamwoord
- wankelbaar bijvoeglijk naamwoord
- rank bijvoeglijk naamwoord
- los bijvoeglijk naamwoord
- wankel bijvoeglijk naamwoord
- onvast bijvoeglijk naamwoord

indécis [le ~] zelfstandig naamwoord

l'indécis (irrésolu; esprit flottant)
wankelmoedige; de weifelaar
- wankelmoedige [znw.] zelfstandig naamwoord
- weifelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor indécis:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rank		branche; pousse; sarment; tige; vrille
wankelmoedige	esprit flottant; indécis; irrésolu
weifelaar	esprit flottant; indécis; irrésolu
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besluiteloos	hésitant; incertain; indécis; irrésolu
halfslachtig	avec hésitation; avec indécision; d'une façon hésitante; de mauvaise grâce; en hésitant; hésitant; incertain; indécis; instable; irrésolu; peu disposé; vacillant
inconsistent	changeant; incertain; indécis; instable; variable	de façon inconséquente; dissocié; incohérent; inconsistant; inconséquent; sans cohérence
los	bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant	coulissant; détaché; mobile; pas fixe; portatif; poudreuse; poudreux; transportable
onbepaald	flou; imprécis; indistinct; indécis; indéfini; indéfiniment; indéterminé; vague; vaguement
onbeslist	indécis
onstandvastig	avec indécision; en hésitant; hésitant; incertain; indécis; instable; irrésolu; vacillant
onvast	bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant	avec incertitude; douteux; incertain; vague; équivoque
rank	bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant	de taille fine; fin; finement; fragile; frêle; gracile; inconstant; maigre; maigrichon; mince; svelte; tendre
schoorvoetend	avec hésitation; d'une façon hésitante; de mauvaise grâce; hésitant; incertain; indécis; irrésolu; peu disposé
twijfelmoedig	avec indécision; en hésitant; hésitant; incertain; indécis; instable; irrésolu; vacillant
veranderlijk	changeant; incertain; indécis; instable; variable	changeant; inconstant; variable
wankel	bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant	branlant; cassable; cassant; chancelant; chevrotant; croulant; délabré; inconstant; instable
wankelbaar	bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant
wankelmoedig	avec hésitation; avec indécision; d'une façon hésitante; de mauvaise grâce; en hésitant; hésitant; incertain; indécis; instable; irrésolu; peu disposé; vacillant
weifelachtig	hésitant; incertain; indécis; irrésolu
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aarzelend	avec hésitation; d'une façon hésitante; de mauvaise grâce; hésitant; incertain; indécis; irrésolu; peu disposé	hésitant; lambin; lambinant; traînant; traînassant
onuitgemaakt	indécis
wankelend	bancal; chancelant; d'une façon incertaine; incertain; indécis; précaire; vacillant
weifelend	avec hésitation; d'une façon hésitante; de mauvaise grâce; hésitant; incertain; indécis; irrésolu; peu disposé	hésitant; lambin; lambinant; traînant; traînassant

Synoniemen voor "indécis":

ambigu; équivoque; double; énigmatique; douteux; incertain; flottant; obscur; louche; inquiétant; ballotté; hésitant; tiraillé; changeant; variable; mobile; capricieux; transitoire; éphémère; versatile; volage; lunatique; cyclothymique; instable; climatérique; dangereux; délicat; difficile; crucial; décisif; grave; embarrassé; troublé; confus; penaud; inquiet; gêné; désorienté; interdit; honteux; perplexe; emprunté; contraint; empoté; ambiguïté; quiproquo; fantasque; fantaisiste; original; bizarre; flou; vague; vaporeux; nébuleux; léger; inconsistant; effacé; fondu; brumeux; indistinct; fluctuant; inconstant; indéterminé; général; habituel; ordinaire; commun; constant; courant; collectif; universel; global; unanime; total; généraux; habituels; ordinaires; communs; constants; courants; collectifs; universels; globaux; unanimes; totaux; vagues; chancelant; craintif; empêché; irrésolu; oscillant; vacillant; timoré; aboulique; ondoyant; faible; fuyant; influençable; mou; suggestible; veule; lent; long; apathique; alangui; indolent; inerte; nonchalant; paresseux; retardataire; tardif; endormi; engourdi; interrogatif

Wiktionary: indécis

Cross Translation:

From	To	Via
• indécis	→ besluiteloos	↔ indecisive — not decisive

Verwante vertalingen van indécis

être indécis

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: indécis

Uitgebreide vertaling voor indécis (Frans) in het Nederlands

indécis:

indécis bijvoeglijk naamwoord

indécis

indécis (incertain; hésitant; instable; vacillant; irrésolu; en hésitant; avec indécision)

indécis (hésitant; incertain; irrésolu)

indécis (indéterminé; indéfini; vague; flou; imprécis; indéfiniment; vaguement; indistinct)

indécis (variable; changeant; incertain; instable)

indécis (hésitant; incertain; irrésolu; avec hésitation; peu disposé; d'une façon hésitante; de mauvaise grâce)

indécis (vacillant; chancelant; précaire; bancal; incertain; d'une façon incertaine)

indécis [le ~] zelfstandig naamwoord

l'indécis (irrésolu; esprit flottant)

Vertaal Matrix voor indécis:

Synoniemen voor "indécis":

Wiktionary: indécis

Verwante vertalingen van indécis