Frans

Uitgebreide vertaling voor extérieur (Frans) in het Nederlands

Extérieur:

Extérieur bijvoeglijk naamwoord

  1. Extérieur
    Buiten
    • Buiten bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor Extérieur:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Buiten Extérieur

extérieur:

extérieur bijvoeglijk naamwoord

  1. extérieur (extérieurement; externe; de l'extérieur)
    uitwendig; uiterlijk
  2. extérieur (étranger)
    buitenlands; uit een vreemd land
  3. extérieur (qui n'habit pas à la maison; externe)
    extern; uitwonend

extérieur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'extérieur (côté extérieur; dehors; face externe)
    de buitenzijde; de buitenkant
  2. l'extérieur (air de quelqu'un; apparence; physique; dehors; aspect)
    de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; iemand zijn uiterlijk; de vorm; het vertoon; de buitenkant; het aangezicht
  3. l'extérieur (apparence; air; mine; aspect)
    het exterieur; het aanzien
  4. l'extérieur
    buitenste
  5. l'extérieur (apparence; allure; forme; )
    de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; het type; de buitenkant; de vorm; het vertoon; het aanzien; het aangezicht; het gelaat
    • verschijning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • uiterlijk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorkomen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedaante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • type [het ~] zelfstandig naamwoord
    • buitenkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vertoon [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aanzien [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aangezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gelaat [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor extérieur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangezicht air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique face; façade; figure; front; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
aanzien air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique air; allure; apparence; aspect; considération; excellence; grandeur; notoriété; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; supériorité; état
buitenkant air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; côté extérieur; dehors; extérieur; face externe; figure; forme; mine; physique boîte; carton; emballage; empaquetage; enveloppe
buitenste extérieur
buitenzijde côté extérieur; dehors; extérieur; face externe
exterieur air; apparence; aspect; extérieur; mine
gedaante air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique aspect; figure; forme; ombre; physique; posture; silhouette; stature; taille
gelaat air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
iemand zijn uiterlijk air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique
type air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type
uiterlijk air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique figure; forme; physique; silhouette; stature; taille
verschijning air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique apparition; comparution; connaissance; esprit; fantôme; figure; forme; génie; hantise; intellect; intelligence; parution; raison; revenant; silhouette; spectre; vision; âme
vertoon air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique démonstration; manifestation
voorkomen air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement
vorm air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique configuration; contour; façon; forme; forme modèle; manière; marge; matrice; modèle; moulage; moule; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzien jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
voorkomen advenir; parer à; parer à un inconvénient; prévenir; remédier à; se passer; se présenter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenlands extérieur; étranger à l'extérieur; à l'étranger; étranger
extern externe; extérieur; qui n'habit pas à la maison distant; externe
uiterlijk de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement apparemment; au plus tard; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence; en dernier lieu; tout au plus
uitwendig de l'extérieur; externe; extérieur; extérieurement
uitwonend externe; extérieur; qui n'habit pas à la maison
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorkomen empêcher; entraver; faire obstacle à; interdire
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uit een vreemd land extérieur; étranger

Synoniemen voor "extérieur":


Wiktionary: extérieur


Cross Translation:
FromToVia
extérieur buitenkant outside — outer surface

Verwante vertalingen van extérieur



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor extérieur (Nederlands) in het Frans

exterieur:

exterieur [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het exterieur (aanzien)
    l'extérieur; l'apparence; l'air; la mine; l'aspect
    • extérieur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • apparence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • air [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mine [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aspect [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor exterieur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
air aanzien; exterieur aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; deun; deuntje; gedaante; gelaat; manier van kijken; melodie; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wijs; wijsje
apparence aanzien; exterieur aangezicht; aanzien; air; allure; buitenkant; dekmantel; façade; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; illusie; masker; schijn; schijngestalte; type; uiterlijk; uiterlijke schijn; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; weergave
aspect aanzien; exterieur aanblik; aangezicht; aanzien; allure; aspect; buitenkant; facet; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; opzicht; schim; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
extérieur aanzien; exterieur aangezicht; aanzien; buitenkant; buitenste; buitenzijde; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
mine aanzien; exterieur aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; groeve; mijn; mijngroeve; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extérieur buitenlands; extern; uit een vreemd land; uiterlijk; uitwendig; uitwonend

Verwante woorden van "exterieur":

  • exterieurs