Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. destruction:
  2. déstruction:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor destruction (Frans) in het Nederlands

destruction:

destruction [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la destruction (démolition)
    de sloop; de afbraak
    • sloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afbraak [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la destruction (démolition)
    wegbreken
  3. la destruction (dévastation; ravage)
    de vernieling; de verwoesting; de ravage
  4. la destruction (chute; débâcle; inconvénient; ruine)
    de ondergang; de debacle; tenondergang; de teloorgang; de val
  5. la destruction (ravage; dévastation)
    de verwoesting; de ravage
    • verwoesting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ravage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. la destruction (démantèlement; démontage; démolition)
    de ontmanteling; de demontage; uiteenname

Vertaal Matrix voor destruction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbraak destruction; démolition
debacle chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine effondrement; écroulement
demontage destruction; démantèlement; démolition; démontage
ondergang chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine
ontmanteling destruction; démantèlement; démolition; démontage
ravage destruction; dévastation; ravage
sloop destruction; démolition
teloorgang chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine
tenondergang chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine
uiteenname destruction; démantèlement; démolition; démontage
val chute; destruction; débâcle; inconvénient; ruine amoindrissement; arrivée à bon port; arrivée à destination; arrivée à l'endroit voulu; atterrissage; baisse; chute; descente; diminution; déclin; décroissance; décrue; embuscade; guet-apens; piège
vernieling destruction; dévastation; ravage
verwoesting destruction; dévastation; ravage
wegbreken destruction; démolition
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wegbreken abattre; démolir; démonter; détruire; dévaster

Synoniemen voor "destruction":


Wiktionary: destruction

destruction
Cross Translation:
FromToVia
destruction vernietiging destruction — act of destroying

déstruction:

déstruction [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la déstruction
    kapotmaken
  2. la déstruction
    het knakken
    • knakken [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor déstruction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kapotmaken déstruction
knakken déstruction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kapotmaken abîmer; bousiller; briser; casser; démolir; esquinter; fracasser; rompre; tarauder
knakken briser; casser; craquer; craqueter; rompre

Wiktionary: déstruction

déstruction
noun
  1. einde maken aan het bestaan van iets

Verwante vertalingen van destruction