Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
clair:
- licht; niet donker; duidelijk; verhelderend; inzichtelijk; begrijpelijk; helder; bevattelijk; onbewolkt; klaar; transparant; doorschijnend; doorzichtig; overzichtelijk; verstaanbaar; netjes; zuiver; gereinigd; gekuist; onmiskenbaar; herkenbaar; opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend; aanschouwelijk; uitgesproken; geprononceerd; ondubbelzinnig; markant; klare; onknap; hel; eenduidig; glazig; glasachtig; bevatbaar; glashelder; kristalhelder; algemeen begrijpbaar
- éclair:
- éclairé:
-
Wiktionary:
- clair → klaar, hel, helder, licht, lichtend, duidelijk, uitgesproken, zuiver
- clair → efficiënt, klaar, duidelijk, helder, fel, doorzichtig, doorschijnend, onbewolkt, wolkenloos, licht, sereen
- éclair → bliksem, hemelvuur, eclair, eclairtje
- éclair → weerlicht, bliksem, bliksemschicht, bliksemflits
Frans
Uitgebreide vertaling voor clair (Frans) in het Nederlands
clair:
-
clair (pas sombre; élémentaire; simplement)
-
clair (éclaircissant; clairement; lucide; limpide)
-
clair (compréhensible; intelligible; clairement; de façon intelligible; généralement compréhensible; d'une façon compréhensible)
inzichtelijk; begrijpelijk; duidelijk; helder; bevattelijk-
inzichtelijk bijvoeglijk naamwoord
-
begrijpelijk bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
helder bijvoeglijk naamwoord
-
bevattelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
clair (compréhensible; clairement; manifestement; évident; net)
helder; begrijpelijk; duidelijk-
helder bijvoeglijk naamwoord
-
begrijpelijk bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
clair (sans nuages)
-
clair (transparent; limpide)
transparant; doorschijnend; doorzichtig-
transparant bijvoeglijk naamwoord
-
doorschijnend bijvoeglijk naamwoord
-
doorzichtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
clair (clairement)
overzichtelijk-
overzichtelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
clair (compréhensible; clairement; distinct)
-
clair (proprement; propre; net; bien)
-
clair (sans équivoque; reconnaissable; compréhensible; évident; identifiable; net; clairement; perceptible; univoque; de façon univoque; manifestement)
onmiskenbaar; herkenbaar; duidelijk-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
herkenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
clair (remarquable; frappant; caractéristique; marquant; saillant; surprenant; ostensiblement; particulier; évident; voyant; considérable; avoué; considérablement; notable; notablement; substantiel; sans équivoque; évidemment; spécifique; typique; représentatif; typiquement; particulièrement)
opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend-
opmerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
opvallend bijvoeglijk naamwoord
-
saillant bijvoeglijk naamwoord
-
opmerkenswaardig bijvoeglijk naamwoord
-
frappant bijvoeglijk naamwoord
-
in het oog springend bijvoeglijk naamwoord
-
treffend bijvoeglijk naamwoord
-
in het oog lopend bijvoeglijk naamwoord
-
-
clair (évident; manifestement; vivant; clairement; net; concret; palpable; qui s'adresse à vue)
-
clair (prononcé; évident; sans équivoque; évidemment)
uitgesproken; geprononceerd; onmiskenbaar; ondubbelzinnig; markant-
uitgesproken bijvoeglijk naamwoord
-
geprononceerd bijvoeglijk naamwoord
-
onmiskenbaar bijvoeglijk naamwoord
-
ondubbelzinnig bijvoeglijk naamwoord
-
markant bijvoeglijk naamwoord
-
-
clair (limpide; évident; lumineux; pur; serein; lucide; manifeste)
-
clair (évident)
-
clair (vif)
-
clair (univoque; évident; sans équivoque; clairement; de façon univoque; net; manifestement)
-
clair (vitreux; vitré; transparent; limpide)
-
clair (concevable; clairement; compréhensible; intelligible; généralement compréhensible; de façon intelligible; d'une façon compréhensible)
-
clair (cristallin; limpide)
-
clair (évident; clairement; compréhensible; concevable; intelligible; d'une façon compréhensible; de façon intelligible)
algemeen begrijpbaar-
algemeen begrijpbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor clair:
Synoniemen voor "clair":
Wiktionary: clair
clair
Cross Translation:
adjective
clair
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• clair | → efficiënt; klaar; duidelijk | ↔ articulate — clear, effective |
• clair | → helder; fel | ↔ bright — visually dazzling, luminous, radiant |
• clair | → doorzichtig; klaar; doorschijnend | ↔ clear — transparent in colour |
• clair | → klaar; helder | ↔ clear — bright, not obscured |
• clair | → helder; onbewolkt; wolkenloos | ↔ clear — without clouds |
• clair | → duidelijk | ↔ clear — free of ambiguity or doubt |
• clair | → licht | ↔ light — pale in colour |
• clair | → duidelijk | ↔ deutlich — wahrnehmbar durch die Sinne |
• clair | → sereen | ↔ klar — ungetrübt |
éclair:
-
l'éclair (foudre)
-
l'éclair (foudre; flash)
-
l'éclair (feu céleste; fulguration)
-
l'éclair (flash)
-
l'éclair (étincellement; reflet; flash; éclat; scintillement; lueur scintillante; lueur; signal lumineux)
-
l'éclair (flash; étincellement; signal lumineux)
-
l'éclair
Vertaal Matrix voor éclair:
Synoniemen voor "éclair":
Wiktionary: éclair
éclair
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• éclair | → weerlicht; bliksem; bliksemschicht; bliksemflits | ↔ lightning — flash of light |
• éclair | → bliksem | ↔ Blitz — Physik, Meteorologie: sichtbare Lichterscheinung bei einer elektrischen Entladung |
éclairé:
-
éclairé (mis en lumière; exposé; éclairci; résolu; dévalisé)
verlicht; verhelderd; bijgelicht; belicht; beschenen-
verlicht bijvoeglijk naamwoord
-
verhelderd bijvoeglijk naamwoord
-
bijgelicht bijvoeglijk naamwoord
-
belicht bijvoeglijk naamwoord
-
beschenen bijvoeglijk naamwoord
-
-
éclairé (éclairci; résolu; exposé)
verhelderd; opgehelderd; helder geworden; opgetrokken-
verhelderd bijvoeglijk naamwoord
-
opgehelderd bijvoeglijk naamwoord
-
helder geworden bijvoeglijk naamwoord
-
opgetrokken bijvoeglijk naamwoord
-
-
l'éclairé
Vertaal Matrix voor éclairé:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
grootlicht | éclairé | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verlicht | dévalisé; exposé; mis en lumière; résolu; éclairci; éclairé | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
belicht | dévalisé; exposé; mis en lumière; résolu; éclairci; éclairé | expliqué; exposé; tiré au clair; éclairci; élucidé |
beschenen | dévalisé; exposé; mis en lumière; résolu; éclairci; éclairé | |
bijgelicht | dévalisé; exposé; mis en lumière; résolu; éclairci; éclairé | |
helder geworden | exposé; résolu; éclairci; éclairé | |
opgehelderd | exposé; résolu; éclairci; éclairé | expliqué; exposé; tiré au clair; éclairci; élucidé |
opgetrokken | exposé; résolu; éclairci; éclairé | |
verhelderd | dévalisé; exposé; mis en lumière; résolu; éclairci; éclairé | expliqué; exposé; tiré au clair; éclairci; élucidé |