Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- affecté:
- affecter:
-
Wiktionary:
- affecté → gekunsteld, bedrieglijk, slinks, geaffecteerd
- affecter → aanwenden, veinzen, begeren, aanpassen, affecteren
- affecter → beïnvloeden, emotioneren, ontroeren, aantasten
Frans
Uitgebreide vertaling voor affecté (Frans) in het Nederlands
affecte:
Synoniemen voor "affecte":
affectée:
Synoniemen voor "affectée":
affecté:
-
affecté (mis sens dessus dessous; ému; touché; émotionnel; émotionnable; émotif)
getroffen; geraakt; kapot van; geëmotioneerd; aangedaan; aangeslagen; geroerd; aangegrepen-
getroffen bijvoeglijk naamwoord
-
geraakt bijvoeglijk naamwoord
-
kapot van bijvoeglijk naamwoord
-
geëmotioneerd bijvoeglijk naamwoord
-
aangedaan bijvoeglijk naamwoord
-
aangeslagen bijvoeglijk naamwoord
-
geroerd bijvoeglijk naamwoord
-
aangegrepen bijvoeglijk naamwoord
-
-
affecté (ému; touché; avec affectation; d'une manière affectée)
-
affecté (maniéré; exagéré; excessif; excessivement)
overdreven; theatraal; aanstellerig-
overdreven bijvoeglijk naamwoord
-
theatraal bijvoeglijk naamwoord
-
aanstellerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
affecté (apprêté; composé; feint; convenu; forcé; maniéré; d'une manière affectée; d'une façon maniérée)
geaffecteerd; gemaakt; onnatuurlijk; gezocht; gewrongen; gekunsteld-
geaffecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
gemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
onnatuurlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gezocht bijvoeglijk naamwoord
-
gewrongen bijvoeglijk naamwoord
-
gekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
affecté (artificiel; faux; factice; feint; forcé)
-
affecté (chichiteux; artificiel; pédant; poseur; minaudier; maniéré; plein de pose; avec affectation; d'une manière affectée; d'une façon maniérée)
aanstellerig; gekunsteld; dikdoenerig-
aanstellerig bijvoeglijk naamwoord
-
gekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
dikdoenerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
affecté (artificiel; forcé; artificielle; faux; feint; artificiellement)
gedwongen; gemaakt; onnatuurlijk; geforceerd; gemaakte gevoelens-
gedwongen bijvoeglijk naamwoord
-
gemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
onnatuurlijk bijvoeglijk naamwoord
-
geforceerd bijvoeglijk naamwoord
-
gemaakte gevoelens bijvoeglijk naamwoord
-
-
affecté (chichiteux; plein de pose; mouvementé; poseur; minaudier; maniéré; avec affectation; d'une façon maniérée; d'une manière affectée)
geaffecteerd; bekakt; dikdoenerig-
geaffecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
bekakt bijvoeglijk naamwoord
-
dikdoenerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
affecté (ému; touché; émotif)
Vertaal Matrix voor affecté:
Synoniemen voor "affecté":
Wiktionary: affecté
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• affecté | → gekunsteld; bedrieglijk; slinks | ↔ contrived — adjective |
• affecté | → geaffecteerd | ↔ affektiert — von einem gekünstelten Verhalten geprägt |
affecter:
affecter werkwoord (affecte, affectes, affectons, affectez, affectent, affectais, affectait, affections, affectiez, affectaient, affectai, affectas, affecta, affectâmes, affectâtes, affectèrent, affecterai, affecteras, affectera, affecterons, affecterez, affecteront)
Conjugations for affecter:
Présent
- affecte
- affectes
- affecte
- affectons
- affectez
- affectent
imparfait
- affectais
- affectais
- affectait
- affections
- affectiez
- affectaient
passé simple
- affectai
- affectas
- affecta
- affectâmes
- affectâtes
- affectèrent
futur simple
- affecterai
- affecteras
- affectera
- affecterons
- affecterez
- affecteront
subjonctif présent
- que j'affecte
- que tu affectes
- qu'il affecte
- que nous affections
- que vous affectiez
- qu'ils affectent
conditionnel présent
- affecterais
- affecterais
- affecterait
- affecterions
- affecteriez
- affecteraient
passé composé
- ai affecté
- as affecté
- a affecté
- avons affecté
- avez affecté
- ont affecté
divers
- affecte!
- affectez!
- affectons!
- affecté
- affectant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles