Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. advenir:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor advenir (Frans) in het Nederlands

advenir:

advenir werkwoord

  1. advenir (se passer; se présenter)
    gebeuren; voorkomen; zich voordoen; plaats hebben
  2. advenir (arriver; se passer; avoir lieu; )
    gebeuren; plaats vinden; geschieden; plaats hebben

Vertaal Matrix voor advenir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorkomen air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; camouflage; changement d'habits; couverture; dehors; devanture; déguisement; extérieur; façade; figure; forme; manteau; mascarade; masque; mine; physique; pignon; travestissement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebeuren advenir; arriver; avoir lieu; se faire; se passer; se produire; se présenter; survenir arriver; se passer; se produire; survenir
geschieden advenir; arriver; avoir lieu; se faire; se passer; se produire; survenir
plaats hebben advenir; arriver; avoir lieu; se faire; se passer; se produire; se présenter; survenir arriver; se passer; se produire; survenir
plaats vinden advenir; arriver; avoir lieu; se faire; se passer; se produire; survenir
voorkomen advenir; se passer; se présenter parer à; parer à un inconvénient; prévenir; remédier à
zich voordoen advenir; se passer; se présenter annoncer; approcher; arriver
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorkomen empêcher; entraver; faire obstacle à; interdire

Synoniemen voor "advenir":


Wiktionary: advenir


Cross Translation:
FromToVia
advenir gebeuren happen — to occur