Voiture in het Nederlands vertaald uit het Frans

la voiture (véhicule; automobile; bagnole)
de auto; de wagen; het vehikel; de kar
- auto [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vehikel [het ~] zelfstandig naamwoord
- kar [de ~] zelfstandig naamwoord
la voiture (véhicule; chariot; charrette; voiturette)
het vehikel; het voertuig; de rijtuig; de wagen; de kar
- vehikel [het ~] zelfstandig naamwoord
- voertuig [het ~] zelfstandig naamwoord
- rijtuig [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kar [de ~] zelfstandig naamwoord
la voiture (carrosse)
de koets; de rijtuig
- koets [de ~] zelfstandig naamwoord
- rijtuig [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la voiture (chariot; bagnole; véhicule; auto)
de wagen; paardenwagen
- wagen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- paardenwagen [znw.] zelfstandig naamwoord
la voiture
de personenauto
- personenauto [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la voiture (voiture wagon; wagon)
de spoorwagon; de wagon; de rijtuig
- spoorwagon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wagon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- rijtuig [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la voiture (charrette à bras; charrette)
de kar; de handkar
- kar [de ~] zelfstandig naamwoord
- handkar [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
auto	automobile; bagnole; voiture; véhicule
handkar	charrette; charrette à bras; voiture	charrette à bras
kar	automobile; bagnole; chariot; charrette; charrette à bras; voiture; voiturette; véhicule
koets	carrosse; voiture
paardenwagen	auto; bagnole; chariot; voiture; véhicule
personenauto	voiture
rijtuig	carrosse; chariot; charrette; voiture; voiture wagon; voiturette; véhicule; wagon
spoorwagon	voiture; voiture wagon; wagon
vehikel	automobile; bagnole; chariot; charrette; voiture; voiturette; véhicule
voertuig	chariot; charrette; voiture; voiturette; véhicule	véhicule
wagen	auto; automobile; bagnole; chariot; charrette; voiture; voiturette; véhicule	audace; courage
wagon	voiture; voiture wagon; wagon
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wagen		aventurer; hasarder; oser; risquer

voiture

noun

voiture

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• voiture	→ auto; wagen; automobiel	↔ car — automobile, a vehicle steered by a driver
• voiture	→ wagon	↔ carriage — railroad car
• voiture	→ auto	↔ Auto — Verkehr: selbst angetriebenes Straßenfahrzeug; mehr noch als in der Langform Automobil sind hier meist Personenkraftwagen gemeint

Vertaal voiture van Frans naar Nederlands