Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
vider:
- legen; leegmaken; leeghalen; ledigen; schenken; gieten; uitstorten; plunderen; uitzuigen; uitknijpen; uitpersen; uithalen; leegroven; leegplunderen; leegstelen; lossen; uitladen; opdrinken; uitdrinken; leegdrinken; uitpompen; leegpompen; leegstorten; opmaken; opkrijgen; opgebruiken; uitgieten; leeggieten; uitschenken; uitgooien; uitwerpen
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor vider (Frans) in het Nederlands
vider:
vider werkwoord (vide, vides, vidons, videz, vident, vidais, vidait, vidions, vidiez, vidaient, vidai, vidas, vida, vidâmes, vidâtes, vidèrent, viderai, videras, videra, viderons, viderez, videront)
-
vider (débourrer; enlever; emporter; dégarnir; finir; évacuer)
-
vider (verser; déverser; arroser)
-
vider (tirailler; exploiter; dévaliser)
-
vider (enlever; retirer; sortir; évacuer)
-
vider (piller)
plunderen; leegroven; leegplunderen; leegstelen-
leegroven werkwoord
-
leegplunderen werkwoord (plunder leeg, plundert leeg, plunderde leeg, plunderden leeg, leeggeplunderd)
-
vider (décharger; débarquer)
-
vider (boire; se vider; verser; achever; finir; terminer; débarrasser)
-
vider (pomper)
-
vider (déverser; décharger)
-
vider (finir; épuiser; user; manger; brûler; flamber; consumer)
-
vider (déverser; décharger; verser; débarrasser)
-
vider (verser; débarrasser; déverser; boire; décharger; évacuer; se vider)
-
vider (éjecter; flanquer à la porte; exclure; jeter dehors; expulser)
Conjugations for vider:
Présent
- vide
- vides
- vide
- vidons
- videz
- vident
imparfait
- vidais
- vidais
- vidait
- vidions
- vidiez
- vidaient
passé simple
- vidai
- vidas
- vida
- vidâmes
- vidâtes
- vidèrent
futur simple
- viderai
- videras
- videra
- viderons
- viderez
- videront
subjonctif présent
- que je vide
- que tu vides
- qu'il vide
- que nous vidions
- que vous vidiez
- qu'ils vident
conditionnel présent
- viderais
- viderais
- viderait
- viderions
- videriez
- videraient
passé composé
- ai vidé
- as vidé
- a vidé
- avons vidé
- avez vidé
- ont vidé
divers
- vide!
- videz!
- vidons!
- vidé
- vidant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor vider:
Synoniemen voor "vider":
Computer vertaling door derden: