Frans

Uitgebreide vertaling voor vernis (Frans) in het Nederlands

vernis:

vernis [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vernis
    het glazuur; het verglaassel; glazuurwerk
  2. le vernis
    de vernis
    • vernis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le vernis
    het vernisje
    • vernisje [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le vernis (couche de laque; laque; couche de vernis)
    de vernis; de lak; de laklaag
    • vernis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • laklaag [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vernis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glazuur vernis
glazuurwerk vernis
lak couche de laque; couche de vernis; laque; vernis
laklaag couche de laque; couche de vernis; laque; vernis
verglaassel vernis
vernis couche de laque; couche de vernis; laque; vernis
vernisje vernis

Synoniemen voor "vernis":


Wiktionary: vernis

vernis
noun
  1. een oplossing van filmvormende stoffen in vluchtige oplosmiddelen die gebruikt wordt voor de bescherming van o.a. hout, metaal en verf

Cross Translation:
FromToVia
vernis grondlaag; beits; was dope — viscous liquid used to prepare a surface
vernis vernis; beits dope — aeronautics: varnish used to waterproof, strengthen, etc.
vernis poets; poetsmiddel polish — substance used to polish

vernis vorm van vernir:

vernir werkwoord (vernis, vernit, vernissons, vernissez, )

  1. vernir (peindre; laquer)
    verven; schilderen; lakken; beschilderen
    • verven werkwoord (verf, verft, verfde, verfden, geverfd)
    • schilderen werkwoord (schilder, schildert, schilderde, schilderden, geschilderd)
    • lakken werkwoord (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)
    • beschilderen werkwoord (beschilder, beschildert, beschilderde, beschilderden, beschilderd)
  2. vernir (vernisser; laquer)
    lakken; vernissen
    • lakken werkwoord (lak, lakt, lakte, lakten, gelakt)
    • vernissen werkwoord (vernis, vernist, verniste, vernisten, vernist)
  3. vernir (glacer; émailler)
    glaceren
    • glaceren werkwoord (glaceer, glaceert, glaceerde, glaceerden, geglaceerd)
  4. vernir (glacer)
    verglazen; met glazuur bedekken; glazuren

Conjugations for vernir:

Présent
  1. vernis
  2. vernis
  3. vernit
  4. vernissons
  5. vernissez
  6. vernissent
imparfait
  1. vernissais
  2. vernissais
  3. vernissait
  4. vernissions
  5. vernissiez
  6. vernissaient
passé simple
  1. vernis
  2. vernis
  3. vernit
  4. vernîmes
  5. vernîtes
  6. vernirent
futur simple
  1. vernirai
  2. verniras
  3. vernira
  4. vernirons
  5. vernirez
  6. verniront
subjonctif présent
  1. que je vernisse
  2. que tu vernisses
  3. qu'il vernisse
  4. que nous vernissions
  5. que vous vernissiez
  6. qu'ils vernissent
conditionnel présent
  1. vernirais
  2. vernirais
  3. vernirait
  4. vernirions
  5. verniriez
  6. verniraient
passé composé
  1. ai verni
  2. as verni
  3. a verni
  4. avons verni
  5. avez verni
  6. ont verni
divers
  1. vernis!
  2. vernissez!
  3. vernissons!
  4. verni
  5. vernissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor vernir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschilderen colorer; peindre
schilderen peinture
verven teinture
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschilderen laquer; peindre; vernir
glaceren glacer; vernir; émailler
glazuren glacer; vernir
lakken laquer; peindre; vernir; vernisser
met glazuur bedekken glacer; vernir
schilderen laquer; peindre; vernir dessiner; dépeindre; faire le portrait de; peindre; représenter
verglazen glacer; vernir
vernissen laquer; vernir; vernisser
verven laquer; peindre; vernir

Synoniemen voor "vernir":


Wiktionary: vernir

vernir
verb
  1. met een laag glazuur bedekken
  2. iets voorzien van een laag vernis

Verwante vertalingen van vernis