Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verges:


Frans

Uitgebreide vertaling voor verges (Frans) in het Nederlands

verges:

verges [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la verges (manches; tiges; puits; timon)
    de schachten; de stelen; de pijlen
    • schachten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • stelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • pijlen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. la verges (tige; baguette)
    de tuchtroede

Vertaal Matrix voor verges:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pijlen manches; puits; tiges; timon; verges
schachten manches; puits; tiges; timon; verges fosses; manches; mines; puits; puits de mine
stelen manches; puits; tiges; timon; verges tiges
tuchtroede baguette; tige; verges
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stelen arracher; barboter; chiper; choper; dérober; enlever; faucher; marauder; piller; piquer; prendre; rafler; retirer; s'emparer; subtiliser; voler; ôter