Frans
Uitgebreide vertaling voor venir de (Frans) in het Nederlands
venir de:
-
venir de (descendre de; provenir de; être originaire de; provenir; être issu de; germer)
voortkomen; afstammen; afkomstig zijn; stammen; ontspruiten; spruiten-
afkomstig zijn werkwoord (ben afkomstig, bent afkomstig, is afkomstig, was afkomstig, waren afkomstig, afkomstig geweest)
Vertaal Matrix voor venir de:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afstammen | descendance; origine | |
spruiten | boutures; crossettes; descendance; origine; plançons | |
stammen | tribus; troncs | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afkomstig zijn | descendre de; germer; provenir; provenir de; venir de; être issu de; être originaire de | |
afstammen | descendre de; germer; provenir; provenir de; venir de; être issu de; être originaire de | |
ontspruiten | descendre de; germer; provenir; provenir de; venir de; être issu de; être originaire de | germer; naître de; pousser; prendre sa source |
spruiten | descendre de; germer; provenir; provenir de; venir de; être issu de; être originaire de | donner des rejets; dériver; provenir; rejeter; résulter; être issu |
stammen | descendre de; germer; provenir; provenir de; venir de; être issu de; être originaire de | |
voortkomen | descendre de; germer; provenir; provenir de; venir de; être issu de; être originaire de | naître; se faire |
Computer vertaling door derden: