Vaisseau in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

vaisseau:
- boot; vaartuig; schip; schuit; scheepje; stoomschip; schuitje; bloedbaan
Wiktionary:
- vaisseau → vat, schip
- vaisseau → bloedvat, schip, vaartuig, vat, hulsel

Frans

Uitgebreide vertaling voor vaisseau (Frans) in het Nederlands

le vaisseau (bateau; navire; bateau à vapeur; barque; petit bateau; paquebot; embarcation; canot)
de boot; het schip
– voertuig waarmee je vaart ¹
- boot [de ~] zelfstandig naamwoord
  - we zijn met een boot over de rivier gevaren¹
- schip [het ~] zelfstandig naamwoord
  - het schip legde aan in de haven¹
de vaartuig; de schuit; het scheepje; het stoomschip; het schuitje
- vaartuig [de ~] zelfstandig naamwoord
- schuit [de ~] zelfstandig naamwoord
- scheepje [het ~] zelfstandig naamwoord
- stoomschip [het ~] zelfstandig naamwoord
- schuitje [het ~] zelfstandig naamwoord
le vaisseau (vaisseau sanguin)
de bloedbaan
- bloedbaan [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bloedbaan	vaisseau; vaisseau sanguin
boot	barque; bateau; bateau à vapeur; canot; embarcation; navire; paquebot; petit bateau; vaisseau	bateau
scheepje	barque; bateau; bateau à vapeur; canot; embarcation; navire; paquebot; petit bateau; vaisseau
schip	barque; bateau; bateau à vapeur; canot; embarcation; navire; paquebot; petit bateau; vaisseau
schuit	barque; bateau; bateau à vapeur; canot; embarcation; navire; paquebot; petit bateau; vaisseau
schuitje	barque; bateau; bateau à vapeur; canot; embarcation; navire; paquebot; petit bateau; vaisseau
stoomschip	barque; bateau; bateau à vapeur; canot; embarcation; navire; paquebot; petit bateau; vaisseau	bateau à vapeur; paquebot; steamer
vaartuig	barque; bateau; bateau à vapeur; canot; embarcation; navire; paquebot; petit bateau; vaisseau

vaisseau

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• vaisseau	→ bloedvat	↔ Blutgefäß — Anatomie: Gefäß, durch das das Blut durch den Körper gepumpt wird; Vergleiche Ader
• vaisseau	→ schip	↔ ship — large water vessel
• vaisseau	→ vaartuig	↔ vessel — craft
• vaisseau	→ vat; hulsel	↔ vessel — container
• vaisseau	→ vat	↔ vessel — tube or canal that carries fluid in an animal or plant

Computer vertaling door derden: