Usure in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

usure:
- slijtage; slijting; verslijten; slijten; erosie; verweren; verwering; afslijten; vlasoogst; vastlopen; stuklopen
Wiktionary:
- usure → woekeraar, slijtage
- usure → slijtage, woeker, sleet

Frans

Uitgebreide vertaling voor usure (Frans) in het Nederlands

l'usure (érosion)
de slijtage; slijting
- slijtage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slijting [znw.] zelfstandig naamwoord
l'usure (diminuer)
verslijten; slijten
- verslijten [znw.] zelfstandig naamwoord
- slijten [znw.] zelfstandig naamwoord
l'usure (délitation; érosion)
de erosie; het verweren; de verwering
- erosie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verweren [het ~] zelfstandig naamwoord
- verwering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'usure
afslijten
- afslijten [znw.] zelfstandig naamwoord
l'usure
vlasoogst; slijting
- vlasoogst [znw.] zelfstandig naamwoord
- slijting [znw.] zelfstandig naamwoord
l'usure (usure en marchant)
vastlopen; stuklopen
- vastlopen [znw.] zelfstandig naamwoord
- stuklopen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afslijten	usure
erosie	délitation; usure; érosion	érosion
slijtage	usure; érosion
slijten	diminuer; usure
slijting	usure; érosion
stuklopen	usure; usure en marchant
vastlopen	usure; usure en marchant	encombrement; interruption; obstruction; ralentissement
verslijten	diminuer; usure
verweren	délitation; usure; érosion	défense; résistance
verwering	délitation; usure; érosion
vlasoogst	usure
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afslijten		s'user
slijten		consommer; passer; passer le temps; s'user; se consumer; se corroder; user; vender
vastlopen		hésiter; se bloquer; stagner; subir un choc; tomber à plat; être bloqué; être dans une impasse
verslijten		consommer; s'user; se consumer; se corroder; user
verweren		blackbouler; défendre; mettre en minorité; parer; rejeter; renvoyer par un vote; repousser; résister; résister à; se débattre; se défendre; écarter

usure

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• usure	→ slijtage	↔ attrition — wearing by friction
• usure	→ woeker	↔ usury — practice of lending money at illegal or unfair rates
• usure	→ sleet; slijtage	↔ wear — damage
• usure	→ woeker	↔ Wucher — Einforderung zu hoher Kosten bei Geschäften, insbesondere bei Krediten