Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trucs:


Frans

Uitgebreide vertaling voor trucs (Frans) in het Nederlands

trucs:

trucs [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le trucs (choses; affaires; biens)
    de dingen; de spullen; de zaakjes; de zaken; het goedje; de waar
    • dingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zaakjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zaken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • goedje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • waar [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trucs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dingen affaires; biens; choses; trucs
goedje affaires; biens; choses; trucs chose; substance; truc
spullen affaires; biens; choses; trucs
waar affaires; biens; choses; trucs articles; biens; marchandise; marchandises
zaakjes affaires; biens; choses; trucs
zaken affaires; biens; choses; trucs activités; affaires; commerces; histoires
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dingen marchander
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waar corect; effectivement; en effet; en réalité; en vérité; exact; franc; franchement; juste; justement; réelle; réellement; sincère; vrai; vraiment; véridique; véridiquement; véritable; véritablement
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
waar