Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. transparence:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor transparence (Frans) in het Nederlands

transparence:

transparence [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la transparence (limpidité; clarté)
    de transparantie; de doorzichtigheid
  2. la transparence
    de doorzichtigheid
  3. la transparence
    de transparantie
  4. la transparence (transparence des fenêtres)
    het glas; glazen venster

Vertaal Matrix voor transparence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorzichtigheid clarté; limpidité; transparence
glas transparence; transparence des fenêtres coupe; gobelet; petit verre; pot; verre; verre à boire; verre à vitre; vitre
transparantie clarté; limpidité; transparence
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
glazen venster transparence; transparence des fenêtres

Synoniemen voor "transparence":


Wiktionary: transparence

transparence
noun
  1. het evident en vanzelfsprekend zijn
  2. doorzichtbaarheid