Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- transistor:
-
Wiktionary:
- transistor → transistor
- transistor → transistor
Frans
Uitgebreide vertaling voor transistor (Frans) in het Nederlands
transistor:
-
le transistor (appareil radio; radio; poste de radio; poste)
Vertaal Matrix voor transistor:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
radio | appareil radio; poste; poste de radio; radio; transistor | programme de radio; radiodiffusion; émission; émission radiophonique |
radiotoestel | appareil radio; poste; poste de radio; radio; transistor | appareil de radio |
Synoniemen voor "transistor":
Wiktionary: transistor
transistor
Cross Translation:
noun
-
elektrotechniek|nld, elektronica|nld één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• transistor | → transistor | ↔ transistor — solid-state semiconductor device, with three terminals |