Tracas in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

tracas:
- drukte; krakeel; heisa; rompslomp; beslommering; toestand; staat; conditie; geprakkizeer; gepieker; gepeins
Wiktionary:
- tracas → boosheid, woede

Frans

Uitgebreide vertaling voor tracas (Frans) in het Nederlands

le tracas
de drukte; het krakeel; de heisa
- drukte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- krakeel [het ~] zelfstandig naamwoord
- heisa [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le tracas
de rompslomp
- rompslomp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le tracas (soucis)
de beslommering
- beslommering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le tracas (situation; condition; état; disposition; circonstance; ennuis)
de toestand; de staat; de conditie
- toestand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- staat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le tracas (soucis; affaires)
geprakkizeer; het gepieker; het gepeins
- geprakkizeer [znw.] zelfstandig naamwoord
- gepieker [het ~] zelfstandig naamwoord
- gepeins [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beslommering	soucis; tracas
conditie	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	condition; condition nécessaire; configuration; critère; demande; exigence; façon; forme; manière; moule; réquisition; stipulation
drukte	tracas	activité; affairement; affluence; animation; bousculade; brouhaha; chahut; charivari; chichis; cohue; cérémonie; effervescence; embarras; esbroufe; foule; foule d'occupations; masse; mobilité; multitude de personnes; pagaille; poussée; presse; remue-ménage; rumeur; tam-tam; tapage; tintouin; tumulte; vacarme; vivacité; émoi
gepeins	affaires; soucis; tracas	considération; contemplation; méditation; réflexion; réflexions; rêverie; rêves éveillés
gepieker	affaires; soucis; tracas
geprakkizeer	affaires; soucis; tracas
heisa	tracas	tintouin
krakeel	tracas
rompslomp	tracas	chinoiseries; embarras; ennuis; histoires; remue-ménage
staat	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	Etat; autorités; circonstance; condition; empire; liste; nation; peuple; position; prise de position; registre; royaume; situation; État; énumération; état
toestand	circonstance; condition; disposition; ennuis; situation; tracas; état	condition; position; prise de position; situation; tintouin; état
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toestand		état

Cross Translation:

From	To	Via
• tracas	→ boosheid; woede	↔ Ärger — eine spontane, innere, emotionale Reaktion hochgradiger Unzufriedenheit auf eine Situation, eine Person oder eine Erinnerung, die der Verärgerte verändern möchte.