Frans

Uitgebreide vertaling voor traînard (Frans) in het Nederlands

traînard:

traînard bijvoeglijk naamwoord

  1. traînard (indolent; lent)
    langzaam; traag; sloom

traînard [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le traînard (retardataire)
    de achterblijver; de uitvaller; de achtergeblevene
  2. le traînard (lambin; tire-au-flanc; retardataire)
    de sijsjeslijmer; treuzelkous; de hannes; de slak; de teut; talmer; de sukkel; de treuzelaar; de treuzel
    • sijsjeslijmer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treuzelkous [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hannes [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • teut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • talmer [znw.] zelfstandig naamwoord
    • sukkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treuzelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • treuzel [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. le traînard (lambin)
    slome; de treuzelaar; de zoutzak
    • slome [znw.] zelfstandig naamwoord
    • treuzelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zoutzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le traînard
    draler
    • draler [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. le traînard (tire-au-flanc)
    lijntrekster; drukster

Vertaal Matrix voor traînard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterblijver retardataire; traînard
achtergeblevene retardataire; traînard
draler traînard
drukster tire-au-flanc; traînard
hannes lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard
lijntrekster tire-au-flanc; traînard
sijsjeslijmer lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard
slak lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard escargot; scorie
slome lambin; traînard
sukkel lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard abruti; bêta; chiffe; crétin; dadais; flandrin; gros bêta; gros malin; idiot; imbécile; malheureux; mufle; niais; nigaud; noix; nouille; pauvre diable; pauvre malheureux; pauvre type; sot; tête d'oeuf; tête de veau; âne
talmer lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard
teut lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard lambine; traînarde
treuzel lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard lambine; traînarde
treuzelaar lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard
treuzelkous lambin; retardataire; tire-au-flanc; traînard
uitvaller retardataire; traînard
zoutzak lambin; traînard sac de sel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
langzaam indolent; lent; traînard hésitant; lambin; lambinant; traînant; traînassant
sloom indolent; lent; traînard bonhomme; doux; lentement; léthargique; mollasse
teut enivré; gris; pompette; pris de vin; un peu ivre; éméché
traag indolent; lent; traînard hésitant; lambin; lambinant; paresseuse; paresseusement; paresseux; traînant; traînassant

Synoniemen voor "traînard":


Wiktionary: traînard


Cross Translation:
FromToVia
traînard achterblijver straggler — one who falls behind the rest

Verwante vertalingen van traînard