Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal tonds

Vertaal tonds van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

tondre:
- scheren; afzetten
Wiktionary:
- tondre → knippen, scheren, snoeien, maaien
- tondre → maaien, scheren

Frans

Uitgebreide vertaling voor tonds (Frans) in het Nederlands

tondre:

tondre werkwoord (tonds, tond, tondons, tondez, tondent, tondais, tondait, tondions, tondiez, tondaient, tondis, tondit, tondîmes, tondîtes, tondirent, tondrai, tondras, tondra, tondrons, tondrez, tondront)

tondre (raser; se raser)
scheren
- scheren werkwoord (scheer, scheert, scheerde, scheerden, geschoren)
tondre (tricher; tromper; duper; rouler; escroquer; berner; leurrer; couillonner)
afzetten
- afzetten werkwoord (zet af, zette af, zetten af, afgezet)

Conjugations for tondre:

Présent

tonds
tonds
tond
tondons
tondez
tondent

imparfait

tondais
tondais
tondait
tondions
tondiez
tondaient

passé simple

tondis
tondis
tondit
tondîmes
tondîtes
tondirent

futur simple

tondrai
tondras
tondra
tondrons
tondrez
tondront

subjonctif présent

que je tonde
que tu tondes
qu'il tonde
que nous tondions
que vous tondiez
qu'ils tondent

conditionnel présent

tondrais
tondrais
tondrait
tondrions
tondriez
tondraient

passé composé

ai tondu
as tondu
a tondu
avons tondu
avez tondu
ont tondu

divers

tonds!
tondez!
tondons!
tondu
tondant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor tondre:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten		amputer; repriser
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzetten	berner; couillonner; duper; escroquer; leurrer; rouler; tondre; tricher; tromper	amputer; arrêter; avoir; barrer; berner; border; borner; clôturer; contourner; couper; descendre; duper; débrancher; débrayer; décevoir; déconnecter; déposer quelque part; encadrer; enjôler; entourer; escroquer; faire descendre; faire le charlatan; fermer; flouer; jalonner; laisser quelque part; marquer; mettre dedans; mettre hors de circuit; piqueter; préciser; rouler; soutirer; stopper; tracer; tromper; écorcher; étriller; être dupé; être trompé
scheren	raser; se raser; tondre

Synoniemen voor "tondre":

brouter; pacager; gagner; manger; peler; éplucher; écorcer; écosser; décortiquer; dépouiller; gratter; raser; ennuyer; démolir; frôler; tailler; couper; ébarber

Wiktionary: tondre

tondre

verb

couper à ras la laine ou le poil des bêtes.
- tondre → knippen; scheren; snoeien; maaien

tondre

verb

met een werktuig het bovengrondse deel ergens van verwijderen
- maaien → tondre; faucher

Cross Translation:

From	To	Via
• tondre	→ maaien	↔ mähen — transitiv: mit der Sense, Sichel, mit einer Mähmaschine bis zum Ansatz dicht über dem Erdboden wegschneiden
• tondre	→ maaien	↔ mähen — transitiv: schnittreifes Getreide, Gras, schnittreife Ölfrüchte oder dergleichen durch das unter [1] beschriebene wegschneiden entfernen
• tondre	→ scheren	↔ shear — to remove the fleece from a sheep

Computer vertaling door derden: