Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tissus:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tissus (Frans) in het Nederlands

tissus:

tissus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tissus (draps; torchons)
    de doeken; de lappen
    • doeken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • lappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. le tissus
    kledingstoffen
  3. le tissus (étoffes manufacturées; colis)
    de manufacturen; het stukgoed

Vertaal Matrix voor tissus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doeken draps; tissus; torchons
kledingstoffen tissus
lappen draps; tissus; torchons coupons
manufacturen colis; tissus; étoffes manufacturées
stukgoed colis; tissus; étoffes manufacturées
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lappen accomplir; arriver; arriver à; effectuer; exécuter; jouer un tour à qn; parvenir; parvenir à; réaliser; réussir

Verwante vertalingen van tissus