Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tisonnement:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tisonnement (Frans) in het Nederlands

tisonnement:

tisonnement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tisonnement (excitation; provocation; attisement)
    opstoken; opstokerij; ophitsen; aanstoken
  2. le tisonnement
    gepor
    • gepor [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tisonnement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstoken attisement; excitation; provocation; tisonnement
gepor tisonnement
ophitsen attisement; excitation; provocation; tisonnement
opstoken attisement; excitation; provocation; tisonnement
opstokerij attisement; excitation; provocation; tisonnement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstoken activer; agacer; allumer; ameuter; attiser; aviver; encourager; exciter; exciter à; inciter; inciter à; ranimer; semer la discorde; tisonner; énerver
ophitsen allumer; ameuter; chasser; exciter; inciter; inciter à; presser; provoquer; semer la discorde; susciter; énerver
opstoken activer; agacer; agiter; allumer; ameuter; attiser; aviver; bouger; encourager; exciter; exciter à; inciter; inciter à; mettre en émoi; pousser; ranimer; remuer; semer la discorde; tisonner; énerver

Computer vertaling door derden: