Frans

Uitgebreide vertaling voor timoré (Frans) in het Nederlands

timoré:

timoré [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la timoré (poltron; paniquard)
    de angsthaas; de bangerd; de bangerik; de hazenpoot
    • angsthaas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bangerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bangerik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hazenpoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

timoré bijvoeglijk naamwoord

  1. timoré (timide; farouche; embarrassé; )
    verlegen; timide; schuchter; bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig
  2. timoré (peureux; anxieux; apeuré; )
    bang; bevreesd; angstig; verschrikt; in angst; vreesachtig
  3. timoré (peureux; timide; nerveux; )
    schichtig; schrikachtig; vreesachtig

Vertaal Matrix voor timoré:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angsthaas paniquard; poltron; timoré
bangerd paniquard; poltron; timoré
bangerik paniquard; poltron; timoré
hazenpoot paniquard; poltron; timoré
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angstig anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré
bang anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré
bedeesd complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
beschroomd complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
bevreesd anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré
bleu complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
schichtig craintif; craintivement; effaré; nerveusement; nerveux; peureusement; peureux; timide; timidement; timoré
schrikachtig craintif; craintivement; effaré; nerveusement; nerveux; peureusement; peureux; timide; timidement; timoré
schroomvallig complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
schuchter complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
timide complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
verlegen complexé; craintif; d'un air embarrassé; embarrassé; farouche; gêné; inhibé; timide; timoré
vreesachtig anxieux; apeuré; craintif; craintivement; effaré; nerveusement; nerveux; peureusement; peureux; timide; timidement; timoré
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in angst anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré
verschrikt anxieux; apeuré; craintif; craintivement; peureusement; peureux; timoré ahuri; bouleversé; consterné; déconcerté; effaré

Synoniemen voor "timoré":


Wiktionary: timoré

timoré
adjective
  1. Qui est trop disposé à la crainte, au scrupule.

Cross Translation:
FromToVia
timoré zwak faint — wanting in courage
timoré angstig; schuw; verlegen timorous — fearful, timid
timoré bevreesd ängstlich — von Angst ergriffen, erfüllt