Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
tapageur:
- opzichtig; protserig; schreeuwerig; hard; luid; hardop; rumoerig; luidruchtig; lawaaierig; schreeuwend; joelend; luidkeels; uit volle borst
- druktemaker; levenmaker; herrieschopper; kabaalmaker; lawaaimaker; zenuwlijder; bulderaar; stokebrand; rustverstoorder; oproerkraaier; belhamel; raddraaister; raddraaier
-
Wiktionary:
- tapageur → driest, schreeuwerig, lawaaierig, fulminerend
Frans
Uitgebreide vertaling voor tapageur (Frans) in het Nederlands
tapageur:
-
tapageur (farfaron; tape-à-l'oeil)
opzichtig; protserig; schreeuwerig-
opzichtig bijvoeglijk naamwoord
-
protserig bijvoeglijk naamwoord
-
schreeuwerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
tapageur (à haute voix; bruyant; fort; haut; bruyamment; agité; effervescence; tapageuse; tapageusement)
-
tapageur (bruyant; bruyamment; animé; tumultueux; fort; turbulent; à haute voix; tumultueuse; criard; tapageuse; brayard; tapageusement)
rumoerig; luid; luidruchtig; lawaaierig-
rumoerig bijvoeglijk naamwoord
-
luid bijvoeglijk naamwoord
-
luidruchtig bijvoeglijk naamwoord
-
lawaaierig bijvoeglijk naamwoord
-
-
tapageur (hurlant; bruyant; criant; bruyamment; chahutant; tumultueux; tumultueuse; tapageuse; huant; faisant du boucan; tapageusement)
-
tapageur (à pleine gorge; à haute voix; haut; tapageusement; très haut; agité; carrément; tapageuse)
luidkeels; luid; uit volle borst-
luidkeels bijvoeglijk naamwoord
-
luid bijvoeglijk naamwoord
-
uit volle borst bijvoeglijk naamwoord
-
-
le tapageur
-
le tapageur
-
le tapageur (chichiteux)
-
le tapageur (gueulard; criard; braillard; brailleur)
-
le tapageur (perturbateur; chahuteur; agitateur; névrosé; névropathe)
-
le tapageur (agitateur; rebelle; révolté; insurgé; perturbateur; mutin)
-
le tapageur (bruyant; instigateur; petit chenapan; meneur; meneuse)
Vertaal Matrix voor tapageur:
Synoniemen voor "tapageur":
Wiktionary: tapageur
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tapageur | → driest | ↔ boisterous — full of energy; noisy |
• tapageur | → schreeuwerig; lawaaierig; fulminerend | ↔ vociferously — in a vociferous manner |