Susceptible in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

susceptible:
- ontvankelijk; openstaand; vatbaar; gevoelig; teergevoelig; humeurig; lichtgeraakt; aangebrand; korzelig; kwalijknemend; geïrriteerd; prikkelbaar; pissig; geprikkeld; geërgerd; zwak; slap
Wiktionary:
- susceptible → lichtgeraakt, gevoelig, kregelig, prikkelbaar, susceptibel
- susceptible → lichtgeraakt

Frans

Uitgebreide vertaling voor susceptible (Frans) in het Nederlands

susceptible:

susceptible bijvoeglijk naamwoord

susceptible (ouvert; réceptif; sensible; libre)
ontvankelijk; openstaand; vatbaar
- ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord
- openstaand bijvoeglijk naamwoord
- vatbaar bijvoeglijk naamwoord
susceptible (sensible)
vatbaar; gevoelig; teergevoelig
- vatbaar bijvoeglijk naamwoord
- gevoelig bijvoeglijk naamwoord
- teergevoelig bijvoeglijk naamwoord
susceptible (sensible; grincheux; sensiblement; grognon; irascible; irritable; grondeur; excitable)
humeurig; gevoelig; lichtgeraakt; aangebrand; korzelig
- humeurig bijvoeglijk naamwoord
- gevoelig bijvoeglijk naamwoord
- lichtgeraakt bijvoeglijk naamwoord
- aangebrand bijvoeglijk naamwoord
- korzelig bijvoeglijk naamwoord
susceptible (irritable; sensible; sensiblement)
kwalijknemend
- kwalijknemend bijvoeglijk naamwoord
susceptible (irrité; de mauvais poil; sensible; vexé; énervé; hargneux; irascible; irritable; excitable; à prendre avec des pincettes)
geïrriteerd; prikkelbaar; aangebrand; pissig; geprikkeld; geërgerd
- geïrriteerd bijvoeglijk naamwoord
- prikkelbaar bijvoeglijk naamwoord
- aangebrand bijvoeglijk naamwoord
- pissig bijvoeglijk naamwoord
- geprikkeld bijvoeglijk naamwoord
- geërgerd bijvoeglijk naamwoord
susceptible (faible; vulnérable; frêle; fragile; cassable; délicat)
zwak; slap
- zwak bijvoeglijk naamwoord
- slap bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor susceptible:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangebrand	de mauvais poil; excitable; grincheux; grognon; grondeur; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; sensiblement; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé
geprikkeld	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé	avec hargne; contrarié; d'un air mécontent; d'une manière agitée; de mauvaise humeur; grincheusement; grincheux; hargneusement; hargneux; irrité; mécontent; vexé; échauffé; énervé
gevoelig	excitable; grincheux; grognon; grondeur; irascible; irritable; sensible; sensiblement; susceptible	d'une manière émotive; sensible; sensitif; sentimental; sentimentalement; tendre; touché; émotif; émotionnel; ému
geïrriteerd	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé	d'une manière agitée; irrité; vexé; échauffé; énervé
humeurig	excitable; grincheux; grognon; grondeur; irascible; irritable; sensible; sensiblement; susceptible	bougon; bourru; de mauvaise humeur; dolent; grincheux; grognon; gémissant; hargneux; irascible; irrité; maussade; plaignant; plaintif; plaintivement; râleur
korzelig	excitable; grincheux; grognon; grondeur; irascible; irritable; sensible; sensiblement; susceptible	bref; brusque; court; d'un air maussade; d'un ton bourru; d'un ton râleur; d'un ton traînard; de mauvaise humeur; droit; fixe; grincheuse; grincheux; grognon; grognonne; grondeur; impassible; irascible; irrité; juste; maussade; raide; rigide; rude; serré; tendu
lichtgeraakt	excitable; grincheux; grognon; grondeur; irascible; irritable; sensible; sensiblement; susceptible
ontvankelijk	libre; ouvert; réceptif; sensible; susceptible
openstaand	libre; ouvert; réceptif; sensible; susceptible
pissig	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé
prikkelbaar	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé	excitable; irascible; irritable; sensible
slap	cassable; délicat; faible; fragile; frêle; susceptible; vulnérable	apathique; aqueux; dilué; ennuyé; fade; faible; faiblement; fragile; fragilement; frêle; inanimé; indolemment; indolent; insipide; languissant; lent; lentement; liquide; lâche; maladif; maladivement; maladroitement; misérable; mort; mou; pâlot; pâlotte; relâché; sans caractère; sans envie; sans force; sans vie; sans âme; terne
teergevoelig	sensible; susceptible	délicat; exquis; fin; plein de délicatesse; sensible; subtil; tendre
vatbaar	libre; ouvert; réceptif; sensible; susceptible
zwak	cassable; délicat; faible; fragile; frêle; susceptible; vulnérable	branlant; cassable; cassant; chancelant; chevrotant; croulant; de second ordre; délabré; délicat; efféminé; fade; faible; faiblement; fragile; fragilement; friable; frêle; inconstant; inférieur; insipide; instable; lâche; maladif; maladivement; mauvais; mol; mou; médiocre; méprisable; pauvre; puéril; pâlot; pâlotte; subalterne; tendre; tendrement; vulnérable
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geërgerd	de mauvais poil; excitable; hargneux; irascible; irritable; irrité; sensible; susceptible; vexé; à prendre avec des pincettes; énervé	d'une manière agitée; irrité; vexé; échauffé; énervé
kwalijknemend	irritable; sensible; sensiblement; susceptible

Synoniemen voor "susceptible":

chatouilleux; délicat; douillet; sensible; ombrageux; coléreux; colérique; hargneux; atrabilaire; irascible; rageur; nerveux; excitable; ombrageuse; méfiante; passible; capable; apte; pointilleux; minutieux; difficile; maniaque; exigeant; formaliste; sujet; enclin; porté; matière; point; fond; propos; thème; question; irritable

Wiktionary: susceptible

susceptible

adjective

à trier
- susceptible → lichtgeraakt; gevoelig; kregelig; prikkelbaar

susceptible

adjective

vatbaar, ontvankelijk
- susceptibel → susceptible

Cross Translation:

From	To	Via
• susceptible	→ lichtgeraakt	↔ nachtragend — rachsüchtig; etwas nicht vergeben wollend

Verwante vertalingen van susceptible

Remove Ads

Vertaal susceptible van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor susceptible (Frans) in het Nederlands

susceptible:

susceptible bijvoeglijk naamwoord

susceptible (ouvert; réceptif; sensible; libre)

susceptible (sensible)

susceptible (sensible; grincheux; sensiblement; grognon; irascible; irritable; grondeur; excitable)

susceptible (irritable; sensible; sensiblement)

susceptible (irrité; de mauvais poil; sensible; vexé; énervé; hargneux; irascible; irritable; excitable; à prendre avec des pincettes)

susceptible (faible; vulnérable; frêle; fragile; cassable; délicat)

Vertaal Matrix voor susceptible:

Synoniemen voor "susceptible":

Wiktionary: susceptible

Verwante vertalingen van susceptible