Supériorité in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

supériorité:
- grootheid; eminentie; verhevenheid; aanzien; edel; verheffing; hoogheid; superioriteit; overwicht; overmacht; force majeure; uit de hoogte doen; voortreffelijkheid; uitnemendheid
Wiktionary:
- supériorité → superioriteit

Frans

Uitgebreide vertaling voor supériorité (Frans) in het Nederlands

la supériorité (excellence; grandeur)
de grootheid; de eminentie; de verhevenheid; het aanzien; edel; de verheffing; de hoogheid
- grootheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eminentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verhevenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanzien [het ~] zelfstandig naamwoord
- edel [znw.] zelfstandig naamwoord
- verheffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hoogheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la supériorité (suprématie)
de superioriteit; het overwicht; de overmacht
- superioriteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- overwicht [het ~] zelfstandig naamwoord
- overmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
la supériorité (suprématie)
force majeure; de overmacht
- force majeure [znw.] zelfstandig naamwoord
- overmacht [de ~] zelfstandig naamwoord
la supériorité (présomption; prétention; suffisance; jactance)
de verhevenheid; uit de hoogte doen
- verhevenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uit de hoogte doen [znw.] zelfstandig naamwoord
la supériorité (excellence; éminence; perfection)
de voortreffelijkheid; de uitnemendheid
- voortreffelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitnemendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanzien	excellence; grandeur; supériorité	air; allure; apparence; aspect; considération; extérieur; figure; forme; mine; notoriété; physique; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; état
edel	excellence; grandeur; supériorité
eminentie	excellence; grandeur; supériorité
force majeure	suprématie; supériorité
grootheid	excellence; grandeur; supériorité
hoogheid	excellence; grandeur; supériorité
overmacht	suprématie; supériorité
overwicht	suprématie; supériorité	surcharge
superioriteit	suprématie; supériorité
uit de hoogte doen	jactance; présomption; prétention; suffisance; supériorité
uitnemendheid	excellence; perfection; supériorité; éminence
verheffing	excellence; grandeur; supériorité
verhevenheid	excellence; grandeur; jactance; présomption; prétention; suffisance; supériorité
voortreffelijkheid	excellence; perfection; supériorité; éminence
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanzien		jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
edel		auguste; de façon généreuse; généreusement; généreux; large; magnanime; magnanimement; noble; noblement; olympien; olympienne; sublime; élévé