Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal suinter

Vertaal suinter van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. suinter:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor suinter (Frans) in het Nederlands

suinter:

suinter werkwoord (suinte, suintes, suintons, suintez, )

  1. suinter (dégoutter; goutter; transpirer; )
    druipen; druppels laten vallen; druppen; droppen; druppelen
    • druipen werkwoord (druip, druipt, droop, dropen, gedropen)
    • druppen werkwoord (drup, drupt, drupte, drupten, gedrupt)
    • droppen werkwoord (drop, dropt, dropte, dropten, gedropt)
    • druppelen werkwoord (druppel, druppelt, druppelde, druppelden, gedruppeld)
  2. suinter (dégoutter; ruisseler; dégouliner)
    sijpelen; in straaltjes afdruipen
  3. suinter (ruisseler; couler; dégoutter; )
    druppelen; afdruipen; sijpelen; droppen; druipen; druppen; druppels laten vallen; uitdruppelen
    • druppelen werkwoord (druppel, druppelt, druppelde, druppelden, gedruppeld)
    • afdruipen werkwoord (druip af, druipt af, droop af, dropen af, afgedropen)
    • sijpelen werkwoord (sijpel, sijpelt, sijpelde, sijpelden, gesijpeld)
    • droppen werkwoord (drop, dropt, dropte, dropten, gedropt)
    • druipen werkwoord (druip, druipt, droop, dropen, gedropen)
    • druppen werkwoord (drup, drupt, drupte, drupten, gedrupt)
    • uitdruppelen werkwoord (druppel uit, druppelt uit, druppelde uit, druppelden uit, uitgedruppeld)

Conjugations for suinter:

Présent
  1. suinte
  2. suintes
  3. suinte
  4. suintons
  5. suintez
  6. suintent
imparfait
  1. suintais
  2. suintais
  3. suintait
  4. suintions
  5. suintiez
  6. suintaient
passé simple
  1. suintai
  2. suintas
  3. suinta
  4. suintâmes
  5. suintâtes
  6. suintèrent
futur simple
  1. suinterai
  2. suinteras
  3. suintera
  4. suinterons
  5. suinterez
  6. suinteront
subjonctif présent
  1. que je suinte
  2. que tu suintes
  3. qu'il suinte
  4. que nous suintions
  5. que vous suintiez
  6. qu'ils suintent
conditionnel présent
  1. suinterais
  2. suinterais
  3. suinterait
  4. suinterions
  5. suinteriez
  6. suinteraient
passé composé
  1. ai suinté
  2. as suinté
  3. a suinté
  4. avons suinté
  5. avez suinté
  6. ont suinté
divers
  1. suinte!
  2. suintez!
  3. suintons!
  5. suinté
  6. suintant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor suinter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdruipen égouttage
droppen droppage; déposition; parachutage
uitdruppelen égouttage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdruipen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter s'en aller l'oreille basse; s'égouter
droppen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter; transpirer déposer quelque part; laisser quelque part
druipen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter; transpirer
druppelen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter; transpirer
druppels laten vallen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter; transpirer
druppen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter; transpirer
in straaltjes afdruipen dégouliner; dégoutter; ruisseler; suinter
sijpelen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter
uitdruppelen couler; dégouliner; dégoutter; goutter; ruisseler; s'égoutter; suinter s'égouter

Synoniemen voor "suinter":


Wiktionary: suinter

suinter
verb
  1. sortir, s’écouler presque imperceptiblement, parler d'un liquide, d’une humeur.
Cross Translation:
FromToVia
• suinter → zweten; druppelsgewijze lekken; afscheiden ↔ ooze — to secrete or slowly leak
• suinter → sijpelen ↔ sickern — intransitiv: langsam, in dünnen Rinnsalen, oder tropfenweise fließen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0854 seconde
Page rendered in 1.0 seconds