Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- suffisance:
-
Wiktionary:
- suffisance → suffisantie, zelfgenoegzaamheid
- suffisance → kapsones
Frans
Uitgebreide vertaling voor suffisance (Frans) in het Nederlands
suffisance:
-
la suffisance (prétention; emphase; présomption; style emphatique; enflure du style; style boursouflé)
-
la suffisance (présomption; prétention; supériorité; jactance)
-
la suffisance (emphase; prétention; présomption; enflure; grandiloquence; style emphatique; style boursouflé)
Vertaal Matrix voor suffisance:
Synoniemen voor "suffisance":
Wiktionary: suffisance
suffisance
Cross Translation:
noun
-
zelfvoldaanheid, zelfgenoegzaamheid
-
meestal tevreden zijn over zichzelf en diens handelingen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• suffisance | → kapsones | ↔ Dünkel — unangemessen hohe Selbstbeurteilung |