Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sucré:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor sucré (Frans) in het Nederlands

sucré:

sucré bijvoeglijk naamwoord

  1. sucré
    zoet; gesuikerd
  2. sucré (doux)
    zoet; zoetsmakend
  3. sucré (douceâtre; doucereux; tout sucre tout miel)
    suikerzoet
  4. sucré (comme du sucre)
    suikerig; suikerachtig

Vertaal Matrix voor sucré:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gesuikerd sucré
suikerachtig comme du sucre; sucré
suikerig comme du sucre; sucré
suikerzoet doucereux; douceâtre; sucré; tout sucre tout miel
zoet doux; sucré avec honnêteté; bien; exemplaire; honnête; intègre; sage; sagement; vertueux
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zoetsmakend doux; sucré

Synoniemen voor "sucré":


Wiktionary: sucré

sucré
adjective
  1. Qui a un goût de sucre.

Cross Translation:
FromToVia
sucré zoet sweet — having a taste of sugar
sucré zoet sweet — containing a sweetening ingredient
sucré zoet süßGeschmacksrichtung von Zucker oder Honig

Verwante vertalingen van sucré