Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sportif:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor sportif (Frans) in het Nederlands

sportif:

sportif bijvoeglijk naamwoord

  1. sportif (de sport; sportivement; aimant le sport)
    sportief
  2. sportif (aimant le sport; sportivement)
    sportlievend

sportif [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le sportif
    de sportman
    • sportman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sportif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sportman sportif
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sportief aimant le sport; de sport; sportif; sportivement
sportlievend aimant le sport; sportif; sportivement

Synoniemen voor "sportif":


Wiktionary: sportif

sportif
adjective
  1. qui se rapporter ou est propre au sport.
sportif
noun
  1. iemand die zich toelegt op het bedrijven van sport

Cross Translation:
FromToVia
sportif atleet athlete — A person who actively participates in physical sports, possibly highly skilled in sports
sportif sportief sportiv — so, dass es sehr dynamisch oder sportlich wirkt; vom Sport geprägt

Verwante vertalingen van sportif